Vandaag is het een mooie warme dag. Sem’s tuin staat vol met prachtige bloemen.
Hij zit buiten op het terras en is aan het tekenen. Hij vindt tekenen heel leuk. Mama is ook buiten. Ze staat in de tuin met een grote schaar in haar handen. Knip, Knip, Knip…
Ineens stopt ze met knippen. “Slakken! Overal slakken! De hele tuin zit onder deze lelijke beesten! Ik ga de slakkenkorrels halen, dan gaan ze er allemaal aan!” zegt ze.
“Maar slakken zijn helemaal niet lelijk!” zegt Sem. “En ze eten alleen maar kleine blaadjes! Zij moeten toch ook eten, net als onze kat.”
Maar mama luistert niet. Ze moppert alleen.
Ik moet die slakken redden, denkt Sem. Hij loopt de tuin in op zoek naar een slak. Dan ziet hij er eentje die zich achter een blaadje heeft verstopt. Sem komt voorzichtig dichterbij en zegt zacht: “Niet bang zijn, hoor. Ik ga jullie allemaal op een veilige plek verstoppen.”
Waar is het dan veilig voor ze? Sem denkt even na. Als ik ze in mijn schooltas verstop, kan mama ze niet meer vinden. En elke keer als mama even niet oplet, pakt Sem snel een slak en stopt deze stiekem in zijn schooltas. En weer een slak. En weer een slak!
De volgende dag wanneer Sem naar school gaat, ziet zijn schooltas er ietsjes dikker uit dan normaal. Hij denkt aan de slakken in zijn tas.
Meester Harm is, zoals altijd, heel streng en tuurt de hele tijd over zijn bril om de kinderen in de gaten te houden.
In de pauze haalt Sem voorzichtig zijn broodtrommel uit zijn tas. Deze plakt een beetje, merkt hij. Ineens roept Sterre, die naast hem zit: “Ooo… Slákken!”
Er zitten drie slakken op en aan Sem’s trommel.
“Zij doen niks, hoor,” zegt Sem en snel probeert hij ze in zijn vuist te verstoppen. Maar dan komen er andere kinderen bij staan.
“Ssst, en iedereen weer op zijn eigen plek!” zegt meester Harm nors. Dan loopt hij naar Sem en zegt: “Geef die lelijke beesten maar aan mij!”
Sem doet zijn hand open en meester Harm pakt alle drie de slakken, loopt naar het raam en gooit ze zomaar uit het raam.
“Weg met die lelijke beesten! En nu stil zijn!” zegt meester Harm.
Sem wordt hier heel erg verdrietig van. Hij tekent die middag op school een babyslakje die zijn mama mist. Ik moet een betere schuilplaats voor ze vinden, denkt Sem.
De dagen erna is Sem bezig met het vinden van nieuwe verstopplekjes, maar elke keer ontsnappen de slakken weer… De éne keer verstopt hij ze in het emmertje in de schuur, maar later die dag hoort hij mama verschrikt roepen: “Eeeew! Er zitten slakken in mijn fietsmand!”
De andere keer verstopt Sem ze in het kasje van de staande klok van opa in de woonkamer. Maar dan rent de beste vriendin van mama gillend de kamer uit: “Er zitten slakken op de wijzers van de klok!”
En ja hoor: er zitten twee dikke slakken op de grote wijzer.
Uiteindelijk verstopt hij alle slakken in zijn speelgoedkist en vraagt zijn beste vriend Tom om hulp.
“Tom, we moeten een veilige plek vinden, anders gooit mama straks die giftige korrels en gaan ze er allemaal aan.”
“Slakken moeten buiten zijn,” zegt Tom, “en ik denk dat ik een goede schuilplek weet.”
“Waar dan?” vraagt Sem.
“Brievenbussen! Niemand kan ze daar vinden.”
“Ik weet het niet hoor,” zegt Sem.
“Het komt goed,” zegt Tom. “Kom, met mijn schep gaan we ze verstoppen in alle brievenbussen in de buurt.”
Als Sem de volgende dag van school naar huis komt, ziet hij dat de hele buurt buiten staat. De kinderen staan vooraan. Veel buren zijn boos.
“Alle brieven zijn slijmerig, de hele buurt zit er onder! Wij moeten ESCARGOT bellen. Hij kan die lelijke beesten wel meenemen,” hoort Sem ze zeggen.
Sem rent naar Tom toe. “Ze zijn boos op de slakken. Dat met die brievenbussen was een heel stom idee,” zegt Sem.
Tom haalt zijn schouders op.
Sem hoort het lawaai van een truck die een hele grote slak op zijn dak heeft staan. Op de voorkant van de auto staat met grote letters ESCARGOT geschreven. Achterop de truck zijn heel veel rieten mandjes vastgemaakt. Sem heeft nog nooit zoiets gezien. Wat komt die truck hier doen…?
Dit verhaal gaat verder in deel 2!