Op een mooie ochtend in de herfst werd Kevertje al vroeg wakker. Hij rekte zich eens goed uit en sprong vrolijk uit zijn bedje. Het had ’s nachts flink hard gewaaid en daar was Kevertje blij om. Want dan lagen er lekker veel herfstbladeren in het bos. Kevertje hield ervan om in de herfst boomblaadjes te verzamelen omdat ze dan zulke mooie kleuren hebben: geel, rood, bruin of zelfs een combinatie van verschillende kleuren op één blad!
Na een stevig ontbijt trok Kevertje zijn warme, zwarte keverjasje en zijn zes kleine keverlaarsjes aan. Daarna trok hij de deur van zijn keverholletje achter zich dicht en haastte zich naar het bos. Het rook er heerlijk naar mos en paddenstoelen en naar pas gevallen bladeren. Kevertje keek genietend om zich heen.
Hij wilde net een mooi rood blad oprapen toen zijn oog ineens op een omgewaaide boom viel. Het was een hele grote holle boom. Tussen de wortels van de boom zag hij iets groots en wits. Nieuwsgierig kwam Kevertje dichterbij. Hij veegde de opgewaaide bladeren aan de kant en zag tot zijn grote verbazing dat het een ei was!
Dat is wel een heel groot ei, dacht Kevertje. Hij wist niet dat er zulke grote kippen bestonden! Maar hier kon dat ei niet blijven, het was veel te koud buiten voor een ei. Maar hoe kreeg hij zo’n groot ei nu toch mee naar huis?
Kevertje dacht even na en had toen een idee: hij zou het ei op een groot blad rollen en dat dan voorzichtig naar zijn holletje trekken.
Zo gezegd, zo gedaan. Pff, het was nog een hele klus. Kevertje kreeg het er warm van. Maar uiteindelijk lag het ei keurig op het blad voor zijn holletje. Natuurlijk paste het ei niet door de deur en Kevertje dacht nog eens diep na.
En ja hoor, Kevertje had al een plan bedacht. Snel ging hij naar binnen en haalde alle dekens die hij maar kon vinden. Voorzichtig legde hij de dekens één voor één over het ei. Daarna klom hij heel zachtjes boven op de stapel en ging liggen. Het was een grappig gezicht: Kevertje zat als een soort minikipje boven op het grote ei te broeden.
Kevertje was al half in slaap gevallen toen hij ineens iets onder zich hoorde: KRAK, KRAK!
Kevertje schoot overeind en kroop snel van de stapel dekens naar beneden.
Met grote ogen keek hij naar het ei. Er zaten al een paar kleine barstjes in en er kwamen er steeds meer bij. Nog voordat Kevertje zich kon verstoppen, barstte het ei ineens volledig open en … er kwam een klein dinosaurusje tevoorschijn! Het grappige diertje keek naar Kevertje en gaf hem toen een dikke, natte kus met zijn dinosnuit.
“O, wat ben jij een schattig dinootje!� riep Kevertje verrast uit. “Mag ik je zo noemen: Dinootje?�
Dinootje begon vrolijk in het rond te springen en dus besloot Kevertje dat hij zijn nieuwe vriend zo zou noemen.
Maar wat was dat ineens voor luid gegrom? Kevertje keek geschrokken om zich heen. Toen zag hij dat Dinootje naar zijn grote dinobuik aan het kijken was.
Aha, daar kwam het geluid vandaan! Dinootje had gewoon honger! Maar wat eet zo’n dinosaurus eigenlijk, vroeg Kevertje zich een beetje angstig af.
Daar kwam hij al snel achter. Hap! Weg was het grote boomblad waarop Kevertje het ei had vervoerd. Maar meer bladeren lagen er niet bij het holletje van Kevertje. Plotseling ging Dinootje voor Kevertje staan, keek hem verwachtingsvol aan en boog zijn kop omlaag. Kevertje begreep wat Dinootje wilde en klom via zijn kop en lange nek op Dinootjes rug. En ja hoor, daar ging Dinootje. Met Kevertje hobbelend op zijn rug, rende hij terug naar het bos waar zijn kleine kevervriendje hem in zijn ei had gevonden.
In het bos aangekomen at Dinootje zijn buikje helemaal rond. Hier waren blaadjes genoeg! Terwijl Kevertje zich afvroeg hoe het nu verder moest met Dinootje, liep het kleine dinosaurusje naar de omgewaaide holle boom waar Kevertje hem als ei had gevonden. Tussen de boomwortels duwde Dinootje een berg bladeren en stenen opzij. Tot Kevertjes grote verbazing kwam er een grote stenen trap tevoorschijn! Hij volgde Dinootje de trap af naar beneden en toen de kleine dino na een tijdje stopte, keek Kevertje nieuwsgierig tussen de poten van zijn grote vriend door. Kevertje kon zijn ogen niet geloven: voor zich zag hij een geheime dinosauruswereld vol grote en kleine dinosaurussen. Terwijl hij met open mond stond te kijken, kwamen er twee grote dinosaurussen op hen af die precies op Dinootje leken!
En inderdaad, het waren de papa en mama van Dinootje. Dankbaar bogen ze hun lange nekken en glimlachten vriendelijk naar Kevertje.
Kevertje gaf Dinootje een dikke knuffel en zei: “Het is goed, Dinootje, ga maar. Maar mag ik nog wel eens langskomen om met je te spelen?�
Dinootje knikte hevig met zijn kop en gaf Kevertje nog een dikke dinokus.
Kevertje lachte en ging toen terug naar zijn holletje.
En weet je wat? Kevertje ging nog heel vaak op bezoek bij Dinootje en samen hadden ze altijd de grootste lol.