Elke dag loopt Liesje naar school. Het is niet zo ver en het mag van mama, want Liesje is al zeven. Ze loopt langs het smalle laantje naar de grote weg. Het duurt haar vijf minuten om op school te komen. Ze kan sneller zijn als ze door het parkje loopt, maar dat mag niet van mama. Mama zegt dat het parkje gevaarlijk is voor jonge meisjes als zij alleen zijn. Dus Liesje loopt er met een grote boog omheen. Het parkje is eng, vooral als het zo stil is.
De grote weg is lang en recht. Voor Liesje loopt Els. Liesje en Els liepen altijd samen, maar vorige week kregen ze ruzie. Els zegt dat Liesje haar stoepkrijt heeft meegenomen, maar Liesje heeft dat echt niet gedaan! Nu blijft Liesje een paar passen achter Els lopen. Ze wil niet samen met Els lopen, dus zegt ze niets.
Op school zegt Els niets tegen Liesje en Liesje zegt niets tegen Els. Liesje vindt het niet leuk dat ze ruzie hebben. Els is haar beste vriendin en nu heeft Liesje niemand om mee te spelen. In de pauze loopt Liesje naar Els toe.
“Els?” vraagt ze. Els draait zich om.
“Kunnen we weer vriendinnen zijn, ik wil geen ruzie.”
Voor Liesjes gevoel duurt het heel lang voor Els eindelijk antwoord geeft.
“Nee,” zegt Els en ze loopt weg.
Liesje is verdrietig. De rest van de dag zegt ze niets. School is niet leuk als je alleen bent.
School is voorbij en Liesje loopt met een snelle pas terug naar huis. Achter haar hoort ze voetstappen. Ze komen steeds dichterbij.
“Liesje, wacht!”
Liesje herkent de stem van Els, maar Liesje draait zich niet om. Ze is boos op Els.
“Liesje!” roept Els weer.
Liesje begint te rennen. Achter haar hoort ze dat Elsje mee rent. Liesje komt bij het weggetje naar het parkje. Even twijfelt ze, maar dan besluit ze toch het pad te nemen. Het mag niet van mama, maar Liesje weet ook dat Els het parkje niet in durft. Vlug loopt Liesje door. Ze komt bij een schommel. De schommel is oud en scheef. Onder de schommel is het gras heel hoog gegroeid. Liesje ploft neer op de schommel en begint te huilen.
“Stomme Els,” zegt ze hardop.
Liesje huilt eventjes voordat ze opeens een geluid hoort. Voor heel even was ze vergeten dat ze in het parkje was, alleen. Snel begint ze te rennen. Door het parkje naar huis. Thuis aangekomen is ze helemaal buiten adem.
Mama wacht haar al op in de gang. “Hallo Liesje, hoe was school?”
Mama kijkt even naar Liesje en vraagt dan: “Waarom ben je zo buiten adem?”
“Ik deed een wedstrijdje met Els,” liegt Liesje. Ze voelt zich meteen schuldig dat ze gelogen heeft tegen haar moeder. Snel rent ze naar boven.
Na het avondeten is het tijd voor een bad. Liesje gaat graag in bad. Ze mag elke dinsdagavond een half uurtje in bad liggen van mama. Het is zo lekker warm.
Liesje doet haar sokken uit en ziet een rode kring op haar linkerbeen. Mama ziet het ook.
“Wat is dat?” vraagt mama. Liesje haalt haar schouders op. Ze heeft het nog niet eerder gezien. Mama roept de vader van Liesje erbij.
“Jan, weet jij wat dit is?” vraagt mama.
“Ik weet wat dat is! Dat komt van een tekenbeet!” zegt papa. Mama kijkt bezorgt.
“Wat is dat?” vraagt Liesje.
“Een teek is een klein beestje dat leeft in het gras en in bossen. Als een teek in jouw been bijt krijg je een rode kring, zoals die.” Papa wijst naar de kring. “We moeten morgen naar de dokter gaan.”
De volgende ochtend zijn ze bij het ziekenhuis. De dokter had gezegd dat ze daarheen moesten. Naar de kinderarts.
De kinderarts is een lieve mevrouw die Liesje een lolly geeft terwijl ze een naald in haar hand stopt. Liesje vindt het eng, maar het doet geen pijn.
“Dit gaat een beetje raar voelen Liesje, maar het doet geen pijn,” zegt de mevrouw. Aan de naald maakt ze een lange slang vast. “Dit is een medicijn, dat zorgt ervoor dat je niet ziek wordt.”
“Maar ik ben toch helemaal niet ziek,” zegt Liesje.
“Nog niet,” zegt de mevrouw, “maar je kan door de beet van die teek wel heel ziek worden. Dat heet de ziekte van Lyme. Een heel moeilijk woord. Maar omdat wij jou nu medicijn geven, word je niet ziek.”
“Voortaan moet je altijd je benen en armen bekijken als je in het gras of in het bos hebt gespeeld,” zegt mama. “Liesje, wees eens eerlijk.” Ze kijkt Liesje streng aan. “Ben je in het park geweest?”
Liesje knikt.
Mama wordt niet boos. “Je hebt je lesje wel geleerd,” zegt ze.
Mama bedankt de mevrouw.
“Wees voorzichtig de volgende keer Liesje, gelukkig heb je op tijd de kring gezien.”
De volgende ochtend loopt Liesje weer naar school. Els loopt voor haar. Liesje rent naar Els toe. Ze begroeten elkaar en Liesje vertelt Els alles over haar tekenbeet en de mevrouw in het ziekenhuis. De hele weg naar school praten ze. Ze zijn helemaal vergeten dat ze ruzie hadden.
Een tekenbeet kan ernstige gevolgen hebben, zoals de ziekte van Lyme die tot verlamming kan leiden. Dit kan ook gebeuren zonder zichtbare rode vlek! Wees dus steeds alert voor teken in de huid.