Fientje keek uit het raam en zag iets in de tuin. Ver in de hoek bewoog iets in het gras. De bladeren gingen wild heen en weer en Fientje was nieuwsgierig. Afgeleid staarde ze naar buiten naar het bewegende hoopje.
“Fientje! Waar zit je toch met je hoofd! Ik ben tegen je aan het praten hoor,” zei moeder geïrriteerd.
Fientje keek verontschuldigend, “Sorry mama, maar de blaadjes bewegen in de tuin. Volgens mij zit er een diertje in.”
Nu keek moeder ook naar buiten en inderdaad: achter de grote boom in de tuin was een hoopje bladeren hevig heen en weer aan het bewegen. Fientje en moeder waren nu beide nieuwsgierig geworden.
“Kom, laten we een kijkje nemen,” zei moeder.
Fientje was blij verrast en riep het uit, “Jaaaa!”
“Shhh, wel zachtjes zijn hoor,” fluisterde moeder, “diertjes zijn erg verlegen. Je wil ‘m niet wegjagen.”
Stilletjes liepen moeder en Fientje op hun tippen door de tuin, zo weinig mogelijk geluid makend. Dat was niet zo makkelijk want de tuin lag vol met blaadjes. Het was herfst. De bomen waren kaal, maar de grond vol kleurtjes. Oranje, bruin, groen. Mooi was het zeker, maar niet zo handig als je stil wou zijn.
Langzaam kwamen ze dichterbij het gerommel. Toen ze op een klein afstandje stonden, stak moeder haar hand uit en hield Fientje tegen. Ze deed haar wijsvinger voor haar mond en gebaarde dat ze nu echt héél erg stil moesten zijn.
Samen keken ze nieuwsgierig naar de ritselende blaadjes. Ze wachtten en wachtten. Fientje begon ongeduldig te worden. Net toen ze het wilde opgeven, stak het neusje van een klein egeltje tussen de blaadjes door. Fientje kon haar ogen niet van het mooie beestje af houden. Het snuitje bewoog heftig heen en weer.
“Ohhh, kijk mama!” fluisterde Fientje enthousiast.
Helaas was het niet zacht genoeg gefluisterd. Het snuitje trok zich meteen weer terug tussen de bladeren. Het hoopje bleef bewegingsloos.
Nog even stonden Fientje en moeder stilletjes voor het hoopje bladeren.
Toen het stil bleef, zei Fientje met een tevreden zucht: “Wat was dat spannend zeg!”
Voldaan liepen Fientje en moeder weer naar binnen. Wat hebben egeltjes toch lieve snuitjes, dacht Fientje blij.