CC0 Creative Commons - bron: pixabay.com

Dagmar is vijf.

Als haar opa op visite komt, is het altijd heel gezellig. Soms zit hij een krantje te lezen. Dan trekt Dagmar aan zijn mouw.
“Opa wil je met me zwieren? Weet je wel, van ene, tweeje…”
Dat vindt ze heel leuk en opa ook. Hij houdt haar stevig vast en dan draaien ze in de rondte. Eerst langzaam en dan heel vlug. “Eéééne, twééééje, driiiiiiiiiié!”
En dan zijn ze allebei duizelig en ploffen op de bank.

Op een dag zitten opa, Dagmar en mama een beetje te kletsen. Mama zegt: “Dagmar is weer gegroeid, opa. Ze is een centimeter langer geworden, in één maand.”
Opa vindt dat wel veel. Hij zegt: “Straks ben je groter dan opa en ik word alleen maar korter! Ik krimp.”
Daar moet Dagmar om lachen. “Dan wordt je steeds maar kleiner,” zegt ze.
Maar dat kan niet. Opa’s kunnen wel ietsje krimpen, maar niet zoveel dat ze een kabouter worden.

“Nou,” zegt mama, “dat zou toch wel lollig zijn, Dagmar. Als opa elke dag een beetje kleiner wordt, dan past hij op het laatst in het poppenbedje!”
“Ja,” zegt opa, “en dan kan jij ópa optillen om te gaan zwieren. Is dat niet grappig? Dan roep ik met zo’n klein piep stemmetje: help, help, ik word duizelig!
Dagmar’s ogen beginnen te schitteren. “Misschien kan het toch wel ècht gebeuren,” denkt ze bij zichzelf. “Met een toverdrankje.”
Maar hoe kom je aan zo’n drankje? Als ze ’s avonds in bed ligt, krijgt ze een idee…

~~~

De volgende dag gaat Dagmar naar mevrouw Heks. Mevrouw Heks woont op een boot. Als het niet regent, zit ze achter op het dek te breien. Als het wel regent zit ze in de kajuit. Ze heeft veel verstand van toverdrankjes. Dat is precies wat Dagmar nodig heeft.

Het is mooi weer als ze bij de boot komt.
“Dag mevrouw Heks,” zegt ze beleefd. “Zit u lekker te breien in het zonnetje?”
“Dag lieve kind,” antwoordt mevrouw Heks vriendelijk. “Jij wil mij zeker iets vragen?”
Nu wordt Dagmar een beetje verlegen. Ze aarzelt. “Heeft u ook toverdrankjes?”

Mevrouw Heks kijkt haar verbaasd aan. “Hoeveel jaar ben jij?”
“Vijf,” zegt Dagmar.
“En dan wil jij zeker groter groeien met dat toverdrankje?” vraagt mevrouw Heks.
“Nee mevrouw, het is voor mijn opa.”
“Voor je opa?” Mevrouw Heks kijkt haar verbaasd aan. “Wil jouw opa langer worden?”
“Nee, hij wil juist kleiner worden. Dan kan hij ook eens op mijn nek zitten en dan kan ik hèm optillen als we gaan zwieren. Dat vindt hij leuk. Heeft u misschien een toverbiertje waar hij van krimpt?”
Mevrouw Heks lacht. “Wil hij dat echt? Ik mag je geen bier meegeven, want je bent nog lang geen zestien. Maar ik heb wel krimpdruppels. Daar moet je een druppel van in zijn koffie doen. Of thee mag ook. Maar niet meer dan één druppel per keer hoor, het is heel sterk spul.”

Ze verdwijnt in de kajuit en komt terug met een doosje waarin een flesje zit. Op het etiket van het doosje staat:

Dokter Zwemvogels krimpdruppels. Gratis proefmonster. Lees eerst de bijsluiter.

Zulke lange woorden kan Dagmar nog niet lezen. Maar op het bonnetje schrijft zij wel keurig haar naam.

D-A-G-M-A-R

“Wat een mooie naam,” zegt mevrouw Heks. “Zeg tegen mij maar tante Tillie, dat vind ik leuker dan mevrouw Heks. Vergeet het niet Dagmar, één druppel per keer en alleen voor opa. Voor kinderen is het streng verboden. Is dat duidelijk?”
“Ja, tante Tilly,” zegt Dagmar braaf. “En nog hartelijk bedankt!”
Ze zwaait vrolijk en huppelt gauw naar huis.

Daar verstopt ze het doosje met de krimpdruppels achter de broodtrommel. Het is haar geheim. Als opa komt zal ze het pas te voorschijn halen.
Dagmar vraagt aan mama: “Wanneer komt opa nog eens?”
“Morgen,” zegt mama, “dan moet ik even de stad in. Opa komt oppassen.”

Dagmar vindt het zo spannend dat ze er haast niet van kan slapen. Zou opa echt kleiner worden als ze morgen één druppeltje van de toverdrank in zijn thee doet?

 

In deel 2 komen we te weten of de krimpdruppels écht werken!

Reageer!