“Wat eten we?” vraagt Luc.
“Boontjes, aardappelen en vis,” antwoordt mama.
“Bah, boontjes,” zegt Luc.
“Bah, aardappelen, maar wel lekker vis,” vindt Max.
Dan komt papa binnen. Hij slingert zijn tas in een hoek en loopt naar tafel. “Wat eten we?” vraagt hij terwijl hij het deksel van de pan licht. “Lekker! Vies!” zegt hij dan.
“Vihis!” roept Luc hoofdschuddend.
Papa komt uit Frankrijk en spreekt het woord vis niet goed uit.
“Dat zeg ik: lekker vies,” zegt papa nog een keer.
“Vihis,” roepen Luc en Max nu in koor.
Eigenlijk kan papa best goed Nederlands, maar soms is het grappig wat hij zegt. Zoals die keer dat hij ging zwemmen en vroeg of iemand zijn badpak had gezien. Luc proest weer bij die gedachte. Papa in een badpak.
Als Luc, mama en Max te veel lachen, vindt papa het niet meer leuk en gaat hij expres Frans praten. Dan moeten Luc, Max en mama meedoen en kan papa lachen. En daar is niks aan.
“Nou genoeg gelachen,” zegt papa, “ik schep op.”
Ondertussen begint mama te vertellen over haar werk. Dat duurt meestal heel lang.
“Als jij een boon van mij neemt, dan krijg je 50 cent,” probeert Max.
Luc schudt z’n hoofd. “Ik heb al genoeg aan mijn eigen bonen.”
“Weet je trouwens wie ik tegenkwam zojuist?” Papa kijkt hen vragend aan.
“Wie dan?” vragen Luc en Max weer tegelijk.
“Hans! Ze vroeg of jullie daar morgen komen spelen,” zegt papa.
“Wie is Hans?”, vraagt mama nu.
“Hans, de moeder van Jordi!” antwoordt papa.
“Hans, de moeder van Jordi?” Mama kijkt er vragend bij.
“Dat is Ans!” lachen Luc, Max én mama nu allemaal samen.
Het zijn de woorden beginnend met een klinker die papa vervormd. Hij zet simpelweg overal een h voor. Eerlijk klinkt als heerlijk. En aardig als haardig. En dan heb je nog de woorden met een i, waar hij een ie van maakt. Perzik, is zo’n woord. Dat wordt perziek als papa het uitspreekt. Perzik klinkt heel gezond, maar perziek natuurlijk niet. En ik, slik, fris, narcis en Kerstmis, worden iek, sliek, fries, narcies en Kerstmies.
Om die laatste moet Luc altijd erg lachen. Hij kent toevallig een oude mevrouw die Mies heet. Bij Kerstmies denkt hij aan haar, met dennentakken in haar grijze haar. Daar hangen dan weer lampjes en ballen in. Een grappig gezicht. Soms zingt ze er ook nog bij.
Stielle nacht.