Spinnen. Ze geven me de kriebels. Mama zegt dat als je ergens bang voor bent, je het een naam kunt geven. Dan wordt het vanzelf minder eng. Dat heb ik gedaan met Mies. Mies is een gewone hooiwagen spin. Je hebt ook de bonte hooiwagen. Die dragen een dik jasje. Mies loopt liever in haar blootje. Ze is eigenlijk geen echte spin, want echte spinnen hebben een aparte kop en een aparte buik. Bij Mies zit alles in één klein pakketje. Toch noem ik haar een spin, omdat ze er wel zo uit ziet.
Ik denk dat Mies een vrouwtje is. Eigenlijk weet ik niet hoe je kan zien bij een hooiwagen of het een vrouwtje of een mannetje is. Maar het idee dat Mies een spin-vriendin is, vind ik leuker. Ze zit vaak op mijn spiegel om zichzelf goed te bekijken. Dan draait ze rondjes als een echte ballerina.
Ik ben blij dat Mies geen kruisspin is. Het lichaam van een kruisspin is heel dik met korte harige pootjes. Om elkaar te herkennen hebben ze een grote tattoo van een kruis op hun rug. Ze hebben ook hun eigen club waar je alleen in mag als je ook zo’n tattoo hebt. In de avond als iedereen slaapt, verzamelen ze. Dan rennen ze met zijn allen zo door andermans webben heen. Die maken ze kapot zodat zij de meeste vliegen kunnen vangen.
Mies is meer een klein bolletje. Haar pootjes zijn lange dunne stokjes. Daardoor lijkt ze heel groot, maar eigenlijk is ze heel klein. Ze past wel meer dan achthonderd keer in mij. Als Mies zo groot was, dan zou ze de koningin van de spinnen zijn. Iedereen zou naar haar luisteren. Ze zou de kruisspinnen bevelen aardig te zijn, anders zullen ze in de WC gegooid en doorgespoeld worden. Bevend van angst bieden ze hun excuses aan en beloven het nooit meer te doen.
Mies is wel gehandicapt. Ze is in de plaats van een achtpotige, een zevenpotige hooiwagen. Misschien is ze wel zo geboren, maar het kan ook dat onze poes dat heeft gedaan. Mies loopt af en toe op de grond en onze kat gaat dan met haar spelen. Daar wordt Mies bang van en dan doet ze net alsof ze dood is. Ze kan ook een pootje loslaten om Poes in de war te maken. Poes begrijpt er dan niets meer van. Dan rent Mies heel snel met haar zeven pootjes de muur weer op. En als poes ‘s nachts slaapt, dan komt ze vast stiekem weer terug om haar pootje op te halen. Die plakt ze dan misschien weer met plakband aan haar lijfje vast.
Stel dat Mies mee zou doen aan de spin-Athlon, dan zou ze alsnog wel alles kunnen. Ze kan heel goed ondersteboven rennen. Zo hard, dat je niet eens merkt dat ze één poot mist. Ze kan ook heel stil blijven zitten. Ze kan alleen geen web maken, maar dat kunnen alle hooiwagens niet.
Toen mama Mies voor het eerst zag, begon ze te gillen. Ze rende weg uit mijn kamer en kwam terug met een krantje opgerold in haar hand. Ik zei dat ze Mies niet mocht doodmaken. Ze was niet meer eng en ze deed toch niets. Mies is onschuldig! Ze beschermt mij terwijl ik lekker lig te slapen, zodat ik niet gestoken word door die stomme muggen.
“Maar als ze nou eitjes gaat leggen?�
Dat doet Mies niet. Moest IK mama nu gaan uitleggen dat Mies als mevrouwtjes hooiwagen daar ook een meneren hooiwagen voor nodig heeft. En die heeft ze niet. Mies is alleen.
Ik vraag me af of spinnen wel eens struikelen over hun eigen poten. Ik struikel wel eens over mijn eigen voeten en ik heb er maar twee. En als een spin springt als ze ondersteboven hangt, valt ze dan naar beneden? Ik heb dat nog nooit gezien. Als Mies dat zou doen, dan zou ze nu op mijn gezicht belanden. Ik denk dat ik dan heel hard zou gillen.
Hooiwagens zijn gelukkig niet giftig. Ze jagen op kleine insecten en die zuigen ze dan met een mini spinnen rietje leeg. Net zoals ik dat doe met mijn pakje chocomelk. Die blijft dan plat achter en dan gooi ik hem in de prullenbak.
Als je Mies laat schrikken, dan laat ze een windje. Ik ruik die niet, maar als het op een ander insect komt, dan stinkt die een uur in de wind. Net een stinkdier.
Mama kwam boos mijn kamer binnen. Mies was blijkbaar toch niet alleen. Ze heeft een hooiwagen meneer gevonden waarmee ze samen allemaal kleine hooiwagen baby’s heeft gekregen. Mama wilde ze opzuigen. Ik heb ze snel in een doosje gedaan en ze buiten neergezet, vlakbij een uitgeholde boom. Dan kunnen ze daar gaan wonen.
Ik heb er stiekem wel één gehouden. Want zonder hooiwagen kan ik nu echt niet meer slapen.