Het regende de hele dag al een beetje toen mama monster na haar werk naar de dagopvang liep. Ze kwam mini-monster ophalen. Mini-monster ging, als zijn school was afgelopen, altijd naar de dagopvang. Dat moest wel omdat mama nog werkte als hij uit school kwam en mini-monster kon natuurlijk niet alleen in huis zijn.
Mini-monster vond het leuk in de dagopvang. Hij mocht er van alles doen, maar de dagelijkse quiz vond hij het allerleukst. En daarna ging hij spelletjes doen op de computer.
Maar toen mama hem die dag kwam halen, regende het dus een beetje. Mini-monster zette zijn muts op en mama monster pakte hem stevig bij de hand. “Een beetje doorlopen, monsterlijk monstertje van me, anders worden we helemaal nat.”
Mini-monster stapte, met zijn kleine monsterbenen, stevig door.
Eenmaal in de bus zette hij snel zijn muts weer af. Hij hield niet zo van zijn muts, want dan kon hij niet goed om zich heen kijken.
Er zaten veel natte monsters in de bus. Ze keken niet zo blij en dat begreep mini-monster wel. Nat worden in de regen is niet fijn.
“We rijden vandaag even door naar de winkel, want ik moet nog boodschappen doen,” zei mama monster. “Daarna lopen we samen naar huis, dat is niet zo ver.”
Ze haalden broccoli, speklapjes en aardappeltjes om te bakken. Mini-monster vond dat een feestmaal. “Doen we ook kaas over de broccoli?” vroeg hij.
Mama monster knikte.
Toen alle boodschappen in de tas waren gedaan, liepen ze naar de schuifdeur van de winkel. Ze keken door de deur naar buiten en zagen de regen in hele harde stralen naar beneden pletsen. Op de straat hadden zich grote plassen gevormd.
Mama monster zei dat ze nog maar even moesten wachten tot de regen wat minder zou zijn. Ze wachtten een hele tijd, maar de regen werd niet minder.
“Luister monsterlijk monstertje van me, we moeten maar door deze regen naar huis gaan lopen anders is het straks donker,” zei mama. “Zet je muts op en geef me een stevige hand, we gaan op regenavontuur.”
Mini-monster zette zijn muts op en legde zijn hand in de grote hand van mama monster. Dapper stapte hij naast mama voort in de regen die in harde stralen op zijn muts terechtkwam. Het duurde niet lang totdat zijn jas en broek helemaal nat waren. Voelde hij nu ook zijn sokken al nat worden?
Ze waren al een poosje op weg toen ze eindelijk in hun straat kwamen. Mama monster bleef even stilstaan en keek de straat in. Er was daar zoveel regen gevallen dat de straat wel een rivier leek. Overal waren diepe plassen waar ze doorheen moesten lopen om thuis te komen.
Mama en mini-monster keken elkaar even aan. Hij zag pretlichtjes in de ogen van mama komen. Ze lachte even. “Kom monsterlijk monstertje van me, zullen we kijken wie het best kan springen en spetteren?”
Mama liet de hand van mini-monster los en sprong in een diepe plas regen. Dat spetterde flink. Mini-monster bedacht zich niet en sprong achter mama monster aan. Ze sprongen en sprongen. Ze sprongen door de plassen naar hun huis. Het water spetterde alle kanten op en ze werden helemaal nat.
Eindelijk hadden ze al springend de voordeur van hun monsterhuis bereikt. Mama opende de voordeur en ze stapten het huis binnen. Mama zette de tas met boodschappen neer. Ze kleedde monsterlijk monstertje helemaal uit en zette hem daarna onder een warme douche. Ze trok zelf droge kleren aan en ging eten koken. Toen het eten bijna klaar, was riep ze dat mini-monster zijn pyjama aan moest trekken en aan tafel moest gaan zitten.
Toen ze samen aan tafel zaten hadden ze nog veel plezier aan hun avontuur. “Dat was heel leuk mama, zo is regen helemaal niet vervelend. En nu ook nog mijn lievelingseten. Ik lijk wel jarig.”
Mama keek tevreden naar het blije monstertje dat aan haar eettafel zat, haar kleine monsterlijk monstertje.