Jasper, Sanne en Jaspers vader zijn vanmiddag op bezoek bij een strandjutter. Dat is iemand die op het strand zoekt naar aangespoelde spullen.
Jasper en Sanne kijken hun ogen uit in het houten strandhuis. Overal staan lege flessen. Aan de muren hangen reddingsboeien in allerlei kleuren. Visnetten, vaten, stukken drijfhout, te veel om op te noemen.
“Ja, veel hé jongens. Die spullen heb ik allemaal gevonden”, zegt de strandjutter.
“Gaat u die spullen verkopen?” vraagt Sanne.
“Nee hoor, die bewaar ik. Maar soms als iemand iets graag wil hebben. Dan geef ik het weg”, zegt de strandjutter.
Jaspers vader pakt een stuk steen op. In het stuk steen zitten een heleboel schelpen.
“Die schelpen zijn van steen geworden. Ze zijn duizenden jaren oud”, zegt de strandjutter.
“Mag ik ook kijken”, zegt Jasper.
“Ik ook”, zegt Sanne.
“Je mag het wel aanraken”, zegt de strandjutter.
Eén voor één houden Jasper en Sanne het stuk steen in hun handen. Ze zijn reuze trots. Het is tenslotte heel bijzonder. Een stuk steen van duizenden jaren oud.
“Ik heb nog iets wat jullie vast wel leuk vinden”, zegt de strandjutter. Hij pakt een fles en zegt: “Kijken jullie eens goed. Wat zit er in de fles”.
“Een stuk papier”, zegt Jasper.
“Ik weet het. Het is een brief”, zegt Sanne.
“Misschien”, zegt de strandjutter. Hij draait de dop van de fles los en haalt het rolletje papier eruit.
“Het is een kindertekening”, zegt de strandjutter en laat de tekening aan Jasper en Sanne zien.
“Een tekening van een boot”, zeggen Jasper en Sanne tegelijkertijd.
“Leuk hé. Iemand heeft de tekening in de fles gedaan en in zee gegooid. Misschien wel een kind uit Engeland”, zegt Jaspers vader.
“Ja, dat klopt. Achterop de tekening staat de naam en waar de fles vandaan komt”, zegt de strandjutter.
“Wie is het dan?” vraagt Jasper.
De strandjutter leest wat er achterop de tekening staat: “I am Thomas and I live in Dover. I am seven years old”.
“Hij heet Thomas en komt uit Dover. En hij is zeven jaar”, zegt Jaspers vader.
“Waar is dat, Dover?” vraagt Sanne.
“Dat ligt in Engeland”, zegt Jaspers vader.
De strandjutter rolt de tekening weer op en stopt het terug in de fles.
“Misschien kunnen jullie ook een tekening maken en in een fles doen. En dan gooien jullie hem in zee”, zegt de strandjutter.
“Ja, dat wil ik wel”, zegt Jasper.
“Ik ook”, zegt Sanne.
“Een andere keer. Wij moeten weer eens verder”, zegt Jaspers vader. Sanne en Jasper geven de strandjutter een hand.
“Dag jongens. Tot ziens hé. Misschien vinden jullie ook wat bijzonders op het strand”.
“Ik ga een haai vinden”, zegt Jasper.
“Ik ga een hele mooie schelp vinden”, zegt Sanne.
“Ik vind liever een potje met gouden munten”, zegt Jaspers vader.
De strandjutter lacht en zegt: “Nou, ik hoor het al. Jullie zijn ook echte strandjutters”.
Jasper en Sanne rennen het strand over tot vlakbij het zeewater. Jaspers vader roept: “Hé niet zo hard. Ik kan jullie niet bijhouden”.
“Daar woont Thomas”, zegt Sanne en wijst naar de overkant.
“Ja, die fles is helemaal hier naar toe gezwommen”, zegt Jaspers vader hijgend.
“Ha, ha, een fles kan niet zwemmen”, zegt Jasper.
“Ik maak maar een grapje. De golven hebben de fles hier naar toe gebracht”.
Ze blijven nog een poosje over de zee turen.
“Mijn voeten zijn helemaal nat”, gilt Sanne.
“Van mij ook”, roept Jasper. De golven waren pardoes over de voeten van Jasper en Sanne gerold. Zonder dat ze het in de gaten hadden. Maar ze vinden het niet erg. Net als er weer een golf over hun voet wil rollen, lopen ze snel terug. Keer op keer. Ze lachen van plezier.
“Moeten jullie niet gaan strandjutten?” vraagt Jaspers vader.
“Oh, ja. We moeten nog iets vinden”, zegt Jasper tegen Sanne. Na een poosje speuren in het zand zijn ze wel een beetje moe. Ze hebben alleen schelpen gevonden.
“Zullen we maar weer eens naar huis gaan?” vraagt Jaspers vader.
“We gaan thuis een tekening maken. En die doen we in een fles”, zegt Jasper.
“Ja, en dan gooien we die in zee. Dan vindt Thomas onze fles”, zegt Sanne.
“Dat lijkt mij een goed plan”, zegt Jaspers vader.
Tevreden gaan de strandjutters die middag naar huis. Ze hebben niets bijzonders gevonden. Maar wel veel geleerd.