Op het plein staan een heleboel kinderen. Al die kinderen staan te wachten om Sinterklaas een hand te geven. Sanne staat er met haar moeder. De juf met haar nichtje. En ook Jasper staat met zijn vader en moeder vlakbij Sinterklaas in de rij.
Jasper heeft een helm opgezet met een klep. De klep valt voor Jaspers hele gezicht. Jasper wil Sinterklaas wel een hand geven, maar hij wil niet dat Sinterklaas zijn gezicht ziet. Jasper is een beetje bang voor Sinterklaas en Zwarte Piet.
Op het plein staat een pietenkoor te zingen:
“Sinterklaas kapoentje,
gooi wat in mijn schoentje,
gooi wat in mijn laarsje,
dank je Sinterklaasje!”
Alle kinderen zingen mee, maar Jasper hoort het niet. Zijn oren zitten in de helm.
Er lopen Pieten rond op het plein. Ze geven pepernoten aan de kinderen. Een Piet heeft Jasper gezien. Hij tikt op de helm van Jasper. Jasper verstopt zich achter papa. De Piet komt nu vlakbij Jasper. Hij tilt de klep op van de helm. De Piet trekt een gek gezicht. Jasper moet lachen.
Sinterklaas is nu heel dichtbij. Er staan nog een paar kindjes voor Jasper. Papa tilt de helm van Jasper een stukje omhoog.
“Wil je hem niet af doen? Sinterklaas wil je graag zien”, vraagt papa.
Jasper schudt zijn hoofd van nee.
Het pietenkoor zingt een ander Sinterklaasliedje:
“Sinterklaasje, bonne, bonne, bonne,
gooi wat in mijn lege, lege tonne,
gooi wat in de huizen,
wij knabbelen als muizen.”
Een paar pieten lopen op stelten en andere pieten lopen op hun handen. Dan is Jasper aan de beurt om Sinterklaas een hand te geven. Papa duwt Jasper naar voren.
Sinterklaas steekt zijn hand uit en Jasper steekt zijn hand in die van Sinterklaas.
Sinterklaas zegt: “Wat heb jij een mooie helm op”. Sinterklaas heeft niet in de gaten dat Jasper hem niet hoort.
“Het lijkt wel of hij mij niet hoort”, zegt Sinterklaas.
“Dat komt door zijn helm”, zegt papa.
“Oh natuurlijk. Dat had ik moeten weten. Jasper is natuurlijk een beetje bang voor mij. Zo’n rare oude man met wit haar, een witte snor en lange baard”, zegt Sinterklaas.
Piet gaat op zijn handen staan. Jasper lacht en doet zijn helm af.
“Ben jij een autocoureur?” vraagt Sinterklaas.
“Neeee”, zegt Jasper.
“Op zijn verlanglijstje staat wel een raceauto”, zegt papa.
“Oh daarom had jij een helm op. Je wil van mij een raceauto krijgen. Jij bent een slimme jongen”, zegt Sinterklaas.
“Schrijf jij in het Grote Boek dat Jasper een raceauto wil, Hoofdpiet. Ik ben de laatste tijd wat vergeetachtig”, zegt Sinterklaas. De Hoofdpiet begint meteen te schrijven.
“Nou dag, Jasper. Er wachten nog meer kindjes op mij”, zegt Sinterklaas.
Jasper is helemaal niet bang meer voor Sinterklaas en geeft hem nog een keer een hand.