Atlantis had er genoeg van! Dat ze prinses was, betekende nog niet dat ze van die stomme roze jurken wou dragen. Wat dachten ze wel?
Ze zuchtte en liep in haar stomme roze jurk met vijf grote strikken naar het raam. Dat keek uit op de paleistuin. Haar grote broer, prins Valerian, of gewoon Val zoals ze hem noemde, liep er rond in een cool harnas.
Ze zuchtte nog eens en keek naar haar kamer waar ze minstens een week nog niet uit mocht komen. Ze had huisarrest omdat ze buiten de paleismuren had gespeeld. Buiten zag ze haar broer druk in een oefengevecht met zijn leraar.
Waarom mocht zij niet gewoon een harnas aan, in plaats van een jurk? Maar… Dat was het! Waarom had ze daar niet eerder aan gedacht?
Atlantis rende naar de kamer van prins Valerian en zocht in zijn kast naar zijn oude, te kleine harnas. Ze streek met haar hand over het koude ijzer. Voorzichtig pakte ze het uit de kast en nam het mee naar haar kamer. De roze jurk trok ze uit en het harnas ging aan. Waggelend in het zware pak liep ze naar de spiegel. Wauw! Atlantis vond zichzelf er prachtig uitzien. Hmmm… Bij zo’n gave outfit hoort ook een stoere naam natuurlijk. Atlas, zo zou ze heten als iemand het vroeg.
Atlantis liep de trap af naar beneden. Er kwam een wachter naar haar toe gerend.
“Naam?” bulderde hij.
“Atlas,” piepte Atlantis.
“Wat zeg je?”
Hij herkende haar helemaal niet! Haar plan werkte, ze was een echte ridder! Atlantis deed haar schouders naar achter en haar borst vooruit. “Atlas, meneer,” zei ze met een zo zwaar en hard mogelijke stem.
“En wat doe jij hier?”
De wachter bukte en keek haar door het oog gat van de helm aan. Denk Atlantis denk! Ze moest iets goeds bedenken, voor ze uit het paleis werd getrapt.
“Uhhmmm ik ben hier om met prins Valerian te oefenen in het zwaardvechten.”
“Doorlopen dan!”
Atlantis rende door de gang, naar de paleistuin. Eindelijk vrij, dacht ze. Die vrijheid had ze niet lang, want prins Valerian kwam meteen op haar afgestormd.
“Meekomen ridder! Er is een gevecht bezig net buiten de paleismuren, we moeten gaan helpen!”
“Maar…” Atlantis werd aan haar arm meegetrokken door de geheime gangen van het paleis. Het was er donker en nat. De gangen waren zo lang! Dat had ze nooit geweten. Ze liep bang achter haar grote broer aan. Hij had haar zelfs niet herkend.
“Val,” fluisterde ze, maar hij hoorde haar niet.
Ze liepen door tot ze uit de gang kwamen. Toen ze buiten kwam in het felle licht, waren er allemaal mensen met hun zwaard aan het vechten. Zij had niet eens een zwaard! Wat moest ze nu doen?
Prins Valerian liep recht op het gevecht af, met zijn zwaard in de aanslag. Atlantis liep bang achter hem aan. Toen ze nog maar een paar stappen van het gevecht verwijderd waren, draaide Prins Valerian zich om.
“En nu moet je naar binnen gaan Atlantis. Het lijkt misschien heel spannend buiten de paleismuren, maar het is eigenlijk gewoon heel gevaarlijk! Je hebt het nu zelf gezien, dus hopelijk luister je de volgende keer beter. Papa en mama wachten binnen op je, in de troonzaal.”
Atlantis keek hem met grote ogen aan. “Sorry, het spijt me Val.” Ze draaide zich om en wou teruglopen naar de geheime gang, toen ze zich wat bedacht. “Hoe herkende je me?”
“Je bent mijn zusje Atlantis. En een wachter zag je mijn oude harnas pakken.”
Atlantis knikte en liep door de geheime gang terug het paleis naar binnen.
Met trillende benen ging ze op weg naar de troonzaal. Voor de grote houten deuren staand, zette ze haar helm af. Dan klopte ze drie keer op de deur voor ze naar binnen ging.
Koning Aragon en Koningin Vervain zaten aan de grote tafel in het midden van de zaal. Atlantis liep naar ze toe.
“Het spijt me,” piepte ze.
De koning schudde zijn hoofd. “Atlantis, wat moeten we toch met jou? Wanneer leer je het nu eens? Ik hoop dat dit een wijze les voor je was!”
Atlantis knikte.
“Ga nu je mooie jurk weer aantrekken Atlantis, we hebben vanavond een belangrijk diner,” zei de koningin met een glimlach naar haar dochter.
Er rolde een traan over Atlantis’ wang. “Ik wil niet,” fluisterde ze.
“Waarom niet? Belangrijke gasten zijn er al veel vaker geweest.” De koningin trok haar wenkbrauwen op.
Atlantis schudde haar hoofd. “Dat is het niet. Ik wil geen jurk aan. Ik hou helemaal niet van jurken: ze ritselen als je loopt, je kan niet in bomen klimmen en ik heb altijd het gevoel dat ik mijn adem in moet houden door het lint om mijn buik.”
De koning en koningin keken elkaar aan en glimlachten. De koning keek zijn vrouw vragend aan en de koningin knikte terug.
“Lakei! Laat onmiddellijk 30 broeken maken voor prinses Atlantis.”
Atlantis rende naar de andere kant van de tafel en knuffelde haar ouders.
~~~
‘s Avonds droeg Atlantis een lichtblauwe wijde broek, een prachtig zilveren topje en een lichtblauw bijpassend jasje. Ze had er nog nooit zo mooi uitgezien en dat kwam niet door haar kleren. Dat kwam door de grote glimlach op haar gezicht.