“Opa, opa, ik wil op reis!”

Prinses Varia rent de slaapkamer van opa Koning binnen. Opa Koning staat in zijn Koninklijke badjas voor het raam de paleistuin te bewonderen. Hij kijkt op zijn horloge.
“Op reis? Kindje toch, daar is het nu een beetje laat voor. Het is al lang bedtijd. Is je snoet gewassen en heb je je tanden goed gepoetst?”
Prinses Varia kijkt een beetje sip, maar knikt en doet haar mond wijd open om een rij blinkende tanden te laten zien.
“Ziet er goed uit,” zegt opa Koning. “Je hebt zelfs zo hard gepoetst dat er twee verdwenen zijn.”
Prinses Varia giechelt. “Nee, opa, die zijn er gewoon uit gevallen. Ik krijg nieuwe.”
Opa Koning haalt in een wip zijn kunstgebit uit zijn mond. “Krijff igf da oogf niewve?”
“Ieuw!” Prinses Varia trekt een vies gezicht. “Bah, nee, gekke opa, jij niet meer. Daar ben jij toch veel te oud voor.”
“Te oud, zeg je?” Opa kijkt streng naar prinses Varia, maar aan zijn glimmende ogen ziet prinses Varia dat opa niet echt boos op haar is. “Opa Koning is nog lang niet oud. Ook niet te oud om jou mee op reis te nemen. Kom maar eens hier.”
Opa Koning houdt het gordijn om het koninklijke bed open. “Stap maar aan boord prinses, ga lekker liggen en doe je ogen dicht.”

Prinses Varia gaat lekker liggen met haar hoofd op het grote donzige kussen en grijpt het dekbed stevig vast.
“Waar gaan we heen, opa?” vraagt ze nieuwsgierig.
“Ssst,” zegt opa Koning. “Luister maar eens goed.”
Opa schudt het bed heen en weer en wappert met de gordijnen om het bed.
“Op volle kracht vooruit!” buldert hij.
“Ai, ai, kapitein,” klinkt dan een vreemde stem.

Ze varen! Ze varen op een schip. Prinses Varia voelt het schip schommelen op de golven en kan de wind horen waaien in de zeilen. Ze ziet het helemaal voor zich. Ze snuift met haar neus in de lucht alsof ze de zee kan ruiken.
“Dolfijnen aan bakboord, kapitein,” roept de vreemde stem weer.
“Wauw!” Prinses Varia ziet de dolfijnen zwemmen. Ze schieten door het water en springen voor het schip langs.
“Woehoe!” jubelt ze. “Moet je zien, ze zijn prachtig, opa.”
“Kapitein voor jou meiske,” bromt opa.
“Sorry, kapitein,” zegt prinses Varia met haar ogen stijf dicht terwijl ze geniet van de wind die door haar haren waait.

CC0 Creative Commons – bron: pixabay.com

“Piraten! Piraten aan stuurboord, kapitein!” wordt er ineens geroepen door verschillende stemmen om prinses Varia heen.
“Wel alle haringen nog aan toe. Prinses, hou je vast. Daar komen de piraten, maar we zullen ze eens wat laten zien. Er achteraan, mannen! Roei met alle riemen die je hebt! We pakken ze!”
Wild schudt het bed heen en weer. Alles piept en kraakt.
“Laadt het kanon, mannen,” buldert kapitein opa Koning. “Richten… klaar… vuur!”
Bam! Met een knal valt opa’s stoel om in de slaapkamer.
“Joehoe, hebbes! In de roos, prinses. Precies vol op de boeg. Wat een gat. Die komen niet ver meer. Eropaf mannen, we zullen ze krijgen. We maken die piraten een kopje kleiner!” gromt opa Koning.

Opa Koning springt heen en weer rond het bed. Hij prikt, hij hakt en hij steekt met zijn wandelstok in de lucht. Hij is zo druk bezig de piraten te verslaan dat hij niet eens merkt dat het in bed wel erg stil geworden is.
Pas als hij eindelijk zijn laatste piraat verslagen heeft, hoort hij een zacht gesnurk en ziet prinses Varia in diepe slaap.

Hij geeft haar een kus op haar voorhoofd.
“Droom maar fijn, lieve prinses. En vertel mij morgen alles over jouw reis.”

Reageer!