Ons muisje heeft nog nooit een poes gezien.
Mensen vinden ze zo lief, katjes zijn toch niet zo erg misschien?
Andere muizen vertellen over die verschrikkelijke tanden,
en klauwen die heel diep in je velletje belanden.
Poezen zingen “miauw, miauw� , dat is een raar kattenstroofje,
en ze zitten zo graag dicht bij een heerlijk warm stoofje.
“Miauw , miauw�, dat zijn moeilijke woorden,
voor een muisje zeker uit andere oorden.
Ons vriendje wil leren miauwen,
maar niet om met een poesje te trouwen.
Misschien wordt de poes dan mijn kameraad
en is hij nooit meer op een muisje kwaad!
Ik zal de poes ook leren kaas eten.
Zo lekker, alleen van die gaten moet ik niet veel weten.
Ik begin alvast met dat kattengeluid,
Ik zet nu mijn snorharen helemaal vooruit.
Muisje probeert met luide stem,
“piep, piep, pie, pie, pie� met klem.
Dat lukt nog niet direct zomaar…
“Pie, pie. Auw!�, wat doen mijn oren raar!
Daar schiet een poesje wakker; wat is dat nou?
Wie roept daar zo mooi “pie-auw, pie-auw�?
“Ikke� roept ons muisje heel voorzichtig en stil.
Oei, misschien bijt ze wel straks in mijn bil…
“Wat een vreemd poesje ben jij!� miauwt de kat,
Zo klein, ik heb nooit zo’n mooi, lief katje gezien.
Ons poesje kent echter niets van muizen,
haar baasje vertelde alleen maar over vieze luizen.
Daarom moest poesje zich steeds maar wassen…
Haar haartjes mooi likken en niet lopen door de plassen!
“O, kleintje, ik ben zo alleen…�
“Ik kan mijn vriendjes tellen op één teen.�
“Ik wil wel je maatje zijn� piepte de muis.
“Zo kunnen we rennen doorheen het huis.
Springen op tafel en kruipen onder het tapijt,
en samen kaas met kleine gaatjes eten als ontbijt.�
Zo zie je maar, wat anderen vertellen is niet altijd waar.
Kom je iemand tegen, dan praat je eerst met elkaar.
Zo kan een poes spelen met een muis,
en misschien ook jij met iemand van een andere thuis…