Copyright Nathalie Uitterlinden

Op een dag vertrok Lucas met zijn familie naar België. Van het leven waar de zon blijft schijnen naar het leven waar de zon een schaduw van de maan bleek te zijn. Afrika was het centrum van warmte, maar België was het land waar elke cultuur een plaats had. Dagenlang liepen hij en zijn familie door de stad die Antwerpen heette. Ze keken hun ogen uit hoeveel verschillende culturen daar rond liepen!
Ook het eten was anders: voor het eerst aten ze Belgische frietjes. De eerste hap was een waar avontuur! 

Lucas begon in Antwerpen nieuwe vrienden maken. Ze speelden vaak voetbal en renden achter elkaar. Lucas had ook een beste vriend die Frank heette. Frank was allesbehalve een rustige jongen. Hij was druk van natuur en wilde altijd de baas zijn. Ook had hij een droom om schrijver te worden. Hij schreef een klein verhaal over zijn knuffel Ben:

Ben was een stoere knuffel die van reizen hield. Hij reisde door heel België. Brussel-Noord was zijn favoriete plek, niet omdat het mooier was dan andere plekken in België, maar omdat er veel kinderen waren die op straat leefden. Hij besloot de kinderen hoop te gegeven door ze te gaan knuffelen. Ben hield van kinderen en vond het erg om ze zo op straat te zien bedelen.

Op een dag had hij een idee: laat ik eten verzamelen en vragen aan winkels om mij te helpen.
Hij zag een supermarkt en liep met een stoer loopje de winkel binnen. “Hallo, is daar iemand binnen?”
“Ja ja, ik kom al!” riep de man van de winkel. Toen hij Ben zag, schrok hij. “Je bent een knuffel!”
“Ja dat klopt,” antwoordde Ben.
“Maar hoe kan jij dan praten?” vroeg Luka, de man van de winkel.
“Ik ben een aparte knuffel die graag kinderen wil helpen,” zei Ben. “Nu is mijn vraag: kunt u mij helpen om de kinderen die op straat leven eten en drinken te geven?”
“Jazeker, wat een lief gebaar is dat. Weet je wat, ik zal je elke dag het niet verkochte brood meegeven. En de melk die maar één dag meer goed is. Piet de slager van hiernaast heeft vast ook wel vlees dat hij kan schenken, ik ga met hem praten. En ik bel ook eens naar Mohammed van de fruitwinkel en Alissa van de taartenwinkel!”
Ben moest even huilen bij dit mooie aanbod. “Dit is zo lief,” zei Ben in een huilbui en liep langzaam met een kar vol brood en melk na buiten.

“Kijk kinderen!” riep Ben, “ik heb brood en melk voor jullie gehaald.”
De kinderen renden naar Ben. “Ben wat ben jij toch een held,” riepen ze, en ze knuffelen hem zo hard dat hij even geen lucht kon krijgen.

Weken laten kwam Ben op tv, op het nieuws.
“Je bent een knuffel,” zei de journalist.
“Ja dat klopt, maar ik ben een aparte knuffel. Mijn naam is Ben, die graag kinderen wil helpen die op straat leven. Ik heb van de lieve winkeliers Luka en Piet en Mohammed en Alissa hulp gekregen, zodat de kinderen op straat geen honger moeten hebben.
“O ja, hoe dan?” vroeg de journalist.
“Door mij elke week spullen te geven zoals brood en melk en fruit en vlees en soms zelfs stukjes taart!”

Opeens kwam Luka, de winkelier die hem als eerste had geholpen, naar buiten. “Hoi Ben,” riep hij heel hard.
“Wie bent u?” vroeg de journalist nieuwsgierig.
“Ik heet Luka en help Ben met zijn goede daad,” zei Luka. Maar hij was te beschaamd om op tv te komen en liep vlug zijn winkel weer binnen.
“Zo, zeg eens Ben,” vroeg de journalist, “waar zijn jouw ouders?”
“Die wonen in Antwerpen,” zei Ben.
“Dus jij ben hier nu alleen?”
“Ja dat klopt, maar ik voel mij zeker niet alleen. Ik heb veel kinderen om mijn heen! Maar soms mis ik mijn knuffelouders wel een beetje. Dan ga ik terug naar Antwerpen, op bezoek.”

Lucas vroeg aan Frank: “Hoe gaat het nu verder?”
“Dat weet ik niet,” zei Frank heel onzeker.
“Laten we nu maar even buiten spelen,” stelde Lucas voor.
Tijdens het voetballen bedacht Frank om te schrijven dan Ben een idee heeft om samen met Luka een pand te huren. Waar alle kinderen die dakloos zijn onderdak te geven. Stel je voor hoeveel kinderen daar weer geholpen konden worden! Frank was een hele lieve jongen, met een heel groot hart…

Reageer!