Cas kijkt vanuit zijn klaslokaal naar de vogels buiten. Ze vliegen door de bomen en bewegen sierlijk. Hij wil ook naar buiten. Cas wordt altijd heel erg blij van de zomer en de lente. Al kwam daar dit jaar opeens een beetje verandering in. Cas kreeg last van jeukende en tranende ogen en kon ook bijna niet meer stoppen met niezen. Wat vond hij dat vervelend!
Dat niezen en al die andere vervelende kwaaltjes begonnen drie weken terug, ongeveer. Eerst dacht zijn moeder dat hij verkouden was. Zo’n verkoudheid had Cas weleens eerder meegemaakt, maar dan was hij na een week wel weer beter. Dit keer leken de vitamientjes en pilletjes die zijn moeder hem gaf hem helemaal niet beter te maken. Daarom zei zijn moeder na een week:Â “Cas, het is tijd om naar de dokter te gaan.”
“Moet dat echt mama? Ik word vast wel beter…” zei Cas sip, terwijl hij zijn neus ophaalde. Hij houdt niet zo van doktersbezoekjes, want in de wachtkamer ruikt het altijd een beetje raar en niemand voelt zich lekker.
Ondanks zijn tegenzin, gingen ze toch. Want mama’s wil is wet. En mama weet wat goed is voor Cas. Onderweg in de auto was hij wat zenuwachtig, maar hij was ook weer blij dat het vervelende niezen, snotteren en die prikkende ogen straks misschien zouden ophouden.
“Wat kan het toch zijn…” vroeg zijn moeder zich hardop af.
Na wat onderzoekjes zei de dokter tegen zijn moeder: “Cas heeft hooikoorts.”
Cas snapte er niets van: “Maar… er is hier geen hooi. En ik heb geen koorts. Wat is hooikoorts, mama?”
Zijn moeder en de dokter legden hem uit dat sommige mensen soms last hebben van het stuifmeel van sommige grassen, kruiden en bomen. En dat de naam heel lang terug is ontstaan, omdat boeren die op het land werkten in de periodes van het hooien last kregen van hetzelfde als Cas.
De dokter zei: “Dat stuifmeel hangt in de lucht en jouw lichaam ziet dat per ongeluk als iets slechts. Het wil dat stuifmeel dan weghouden en maakt hiervoor een stofje aan. En door dat stofje krijg je niesbuien en last van je ogen.”
Het duizelde Cas een beetje, maar na veel herhaling snapte hij het: “Mijn lichaam probeert me te beschermen, maar dat is eigenlijk niet nodig. Maar ik ben wel blij dat mijn lichaam mij beschermt.”
Sinds dat bezoekje bij de dokter gaat het iets beter met Cas. De dokter vertelde hem dat hij moet oppassen met het wrijven in zijn ogen, omdat dat het alleen maar erger maakt. En ook zei hij dat Cas voordat hij gaat slapen zijn haar moet borstelen. Dat stuifmuil zit namelijk overal, al zie je het niet altijd. Dit doet Cas braaf. Ook heeft hij nu een neusspray en die mag hij gebruiken in de klas.
Cas klaagt niet, want hij vindt zichzelf een stoere jongen. Dat vindt zijn moeder ook. Hij voelt zich zelfs een beetje slimmer nu. Sommige kindjes uit zijn klas hebben namelijk ook last van hooikoorts en Cas kon precies uitleggen waardoor dat komt.
De bel gaat en het is tijd om naar huis te gaan. Cas loopt naar buiten, naar de vogels kijken. Hij fantaseert erover dat hij samen met hen mee kan vliegen. En zo vergeet hij heel even dat hij hooikoorts heeft.
Dit verhaal kwam tot stand in samenwerking met PriceWise Nederland. Ook last van kriebelende ogen en snotterende neuzen? Klik hier voor meer informatie over hooikoorts.Â