Heb je de andere verhalen uit de serie nog niet gelezen? Lees dan eerst het eerste verhaaltje en maak kennis met Willem en zijn rode ballon!
Willem lag in bed.
“Papa?” vroeg hij.
“Ja Willem?” vroeg papa, terwijl hij het deken goed deed.
“Zou mijn ballon nog iets kunnen zien vannacht?” vroeg Willem hoopvol.
Papa lachte, schoof de gordijnen een beetje open en keek naar buiten.
“Het is een heldere hemel. Waarschijnlijk wel.”
Hij ging op het bed zitten en vertelde…
~~~
De ballon was aan een berg gekomen, heel ver van hier. Langzaam dreef hij mee op de warme lucht die langs de bergflanken omhoog ging, tot hij aan de top van de berg kwam. Het was een platte bergtop, want bovenop de berg lag een plein. En in het midden van het plein stond een beeld van een vrouw. Ze had haar armen voor zich uitgestrekt en in haar handen hield ze een beeldje van een kat met hoorns.
De ballon bleef zweven boven het plein. Hier was iets aan het gebeuren. Een jonge man was de berg aan het beklimmen. Hij was net aan de top gekomen en trok zichzelf het laatste stukje naar boven. Aan de rand van het plein op de bergtop bleef hij even liggen. Het was zwaar geweest om de berg op te geraken, hij moest even uitblazen.
Na daar een tijdje te liggen, was hij weer op adem gekomen. Hij stapte op het beeld van de vrouw af en aarzelde geen seconde: meteen nam hij het beeldje van de gehoornde kat uit haar handen en zei:
“Geest! Ik roep je op, geest!”
Uit het niets kwam er plots rook rond het beeldje – eerst een beetje, maar dan meer en meer. De jonge man schrok en liet het beeldje los, maar het viel niet op de grond. Het verdween eerst in de rook, en dan plots waren zowel de rook als het beeldje verdwenen. Er stond nu een vrouw.
“Je hebt mij geroepen, Ben al-Ahdidi, en ik ben gekomen,” zei de vrouw.
“Jij bent de geest van het beeld?” vroeg de jonge man Ben al-Ahdidi.
“Zo is dat,” knikte de vrouw.
“En krijg ik nu drie wensen?” vroeg hij.
“Als dat is wat je wil, dan vervul ik voor jou drie wensen,” antwoordde de geest.
Ben al-Ahdidi was blij. Al dat klimwerk was niet voor niets geweest! Nu kon hij zich alles wensen wat hij wou!
“Voor mijn eerste wens,” zei hij gauw, “wil ik veel geld hebben. En juwelen. En diamanten!”
“Goed,” knikte de geest, “je eerste wens zal in vervulling gaan.”
Ze klapte twee keer hard in haar handen en er verscheen rook rond de voeten van Ben al-Ahdidi. Toen die weer weggetrokken was, lag het rond hem vol met geldstukken en diamanten en juwelen. Voor zijn voeten lag een prachtige gouden kroon. Toen Ben al-Ahdidi die zag, trok hij plots wit weg.
“Maar dit… Dit is… De kroon van Mirandië?”
“De enige echte,” beantwoordde de geest.
“Maar als dit de enige echte is, dan is de sultan zijn kroon kwijt?” vroeg Ben al-Ahdidi angstig.
“Dat klopt. Er is maar één kroon van Mirandië en die is nu van jou.”
“Maar… Maar… Als de sultan dit te weten komt, dan maakt hij mij een kopje kleiner! Hij denkt vast dat ik het van hem gestolen heb! Dat mag niet! Aiaiai wat moet ik nu doen…”
Plots draaide hij zich om naar de geest.
“Ik weet iets!” riep hij uit. “Ik wil mijn tweede wens! Geest, ik wens dat de prinses van Mirandië mijn vrouw is! Ik zal de kroon aan de sultan teruggeven alsof ik hem van de dief veroverd heb. Zijn schoonzoon zal hij wel geloven!”
De geest lachte… Ze klapte twee keer in haar handen, opnieuw verscheen er rook en toen die weg was… Stond naast hem de prinses van Mirandië. Ze keek hem boos aan.
“Mij ontvoeren en dan verplichten met je te trouwen! Jij schurk! Als mijn vader de sultan dit hoort, hakt hij je hoofd eraf!”
Ben al-Ahdidi bibberde bij die woorden. Hij wou zijn hoofd houden! Kwaad draaide hij zich weer naar de geest.
“Jij! Je bent een slechte geest! Dit is helemaal niet wat ik gewenst heb!”
De geest lachte, en antwoordde dan: “Ben al-Ahdidi, ik heb je gegeven wat je hebt gewenst. Geld, juwelen en diamanten, zonder dat je er voor moest werken. Maar je hebt nooit gezegd dat ze niet van iemand anders mochten komen… En nu ben je een dief.
Ik heb je de prinses van Mirandië tot vrouw geschonken, zonder dat je haar hart eerst moest veroveren. Maar je hebt nooit gezegd dat ze van je moest houden… En nu ben je een ontvoerder. Denk je dat je zomaar kunt krijgen waar je niet eerst zelf iets voor moet doen?”
Ben al-Ahdidi besefte dat er waarheid in haar woorden zat.
“Goede geest, je hebt mij een les geleerd die ik mijn leven lang niet zal vergeten! Maar de prijs is zeer hoog! Want mijn leven zal slechts duren tot ik de voet van de berg heb bereikt en de sultan zijn handen op mij kan leggen…”
“Je hebt nog een derde wens, Ben al-Ahdidi,” antwoordde de geest.
Hij dacht diep na.
“Geest, ik wens dat ik de berg nooit had beklommen… Maar om toch de les die je me hebt geleerd mee te nemen, en niet op een andere manier in mijn ongeluk te lopen, wens ik dat ik me dit alles herinner als een droom.”
“Een verstandige wens, Ben al-Ahdidi. Die laat ik in vervulling gaan,” zei de geest.
Ze klapte in haar handen, er verscheen overal rook, en plots… was de bergtop weer zoals tevoren. Er was alleen het beeld van de vrouw, met in haar handen het beeldje van de gehoornde kat. Een zacht windje blies de laatste beetjes rook weg. En ook de rode ballon zweefde verder…
~~~
Willem keek slaperig naar papa.
“Dat was een heel mooi verhaaltje, waar zweeft de ballon nu naartoe?”
“Dat hoor je wel een volgende keer, Willem. Slaap zacht!”
En met nog een nachtkusje van papa viel Willem heerlijk in slaap.