Siv is blij dat de Droezelboom voorlopig mag blijven. Maar de Droezels zullen ‘s nachts toch stiller moeten worden, anders houden de buren vast niet op met zeuren. Na de lunch gaat ze daarom maar snel naar buiten met haar emmertje stoepkrijt. Ze gaat dicht bij de boom op de grond zitten. Maar, waarempel, ze hoort de Droezels nu ook trommelen. Waarschijnlijk maken ze overdag net zoveel herrie als ‘s nachts, maar dan hoort niemand ze omdat wij mensen dan zelf te veel lawaai maken. Auto’s en brommers die voorbijrazen op straat, of meneer Tup van de overkant die weer eens staat te werken met zijn bladblazer of hogedrukspuit.

Siv kijkt door het boorgat naar binnen en het ziet er prachtig uit. De boom is helemaal hol en in het midden staat een grote ketel met het lichtgevende, gele boomsap. Er zijn holletjes in de boom, die verbonden zijn door trappen en bruggen. Elk holletje heeft zijn eigen kleur: rood, groen, paars, geel, blauw, oranje. Bovenin de ruimte hangt al het lekkers dat de Droezels voor de boom verzamelen, mooi ingepakt in blaadjes en met een bloemetje als versiering. De Droezels lopen bedrijvig door hun holletje, terwijl ze overal op trommelen met hun vingers en stampen met hun voeten.

Zachtjes roept Siv: “Groen, Geel, Blauw, Paars, horen jullie mij?”
“Hallo hoihoi goedemorgen goedemiddag goedenavond goedenacht,” antwoordt Blauw en steekt zijn hoofd naar buiten.
“Waarom zeggen jullie dat eigenlijk? Goedemiddag is genoeg,” vraagt Siv.
“Omdat we altijd maar doorgaan, weten we vaak niet meer of het morgen of avond is. Dus noemen we alles maar op, dan zitten we nooit fout,” legt hij uit.

Meer kan Siv niet vragen, want haar moeder roept dat ze zo gaan vertrekken. Vandaag draait het tweede deel van haar lievelingsfilm over pinguïns eindelijk in de bioscoop. Ze is gek op pinguïns en hoopt ze ooit nog eens in het echt te zien. Ze droomt er vaak van dat ze later een wetenschapper wordt die onderzoek doet naar pinguïns op de koude zuidpool.
Ze heeft er maanden naartoe geleefd dat het tweede deel eindelijk uit zou komen, maar als ze eenmaal in de luie stoel van de bioscoop zit, heeft ze moeite om wakker te blijven. Ze mist zelfs kleine stukjes van de film.
“Wat heb jij vannacht uit lopen spoken?” vraagt haar moeder. “Hier, neem een slokje van jouw frisdrank, dat helpt je misschien om wakker te blijven.”

“Hé, maar dat is het!” roept Siv plotseling uit. De hele bioscoopzaal kijkt haar boos aan. Beschaamd zakt ze een stukje dieper weg in haar stoel. De droezels drinken dat zoete boomsap. Siv heeft daar gisternacht ook een slokje van genomen en daarna kon ze niet meer slapen. De Droezels drinken dit de hele dag door. Als ze nu eens ‘s avonds zouden stoppen met drinken van dat sap, dan zouden ze misschien kunnen slapen!

Na de film lopen ze naar buiten. Siv knippert met haar ogen in het felle licht. “Misschien helpt de zon ook wel een beetje om wakker te blijven,” grapt mama. Siv vindt slapen inmiddels toch niet zo stom meer, dan val je tenminste overdag niet in slaap. Ze kan niet wachten om vanavond lekker in haar bedje te kruipen.

Als ze na de film thuiskomen, loopt ze snel naar de Droezels. Die hebben ondertussen een bedje gebouwd van bladeren en liggen in hun bed druk met hun vingers te trommelen. “In bed gaan liggen helpt ook helemaal niks,” zegt Paars boos.
“We kunnen nog steeds niet slapen,” voegt Groen toe.
“Het is ook nog helemaal geen nacht!” zegt Siv verbaasd. “Maar ik heb wel een ideetje dat misschien kan helpen. Om te beginnen moeten jullie stoppen met boomsap te drinken voor het slapen gaan. En als het buiten donker wordt, moeten jullie de ketel met boomsap afdekken. Dan wordt het pas echt donker in jullie holletje. Ik ga nu eten, maar kom straks nog even langs voordat ik ga slapen,”  zegt Siv met een grote geeuw.

Die avond is ze zó moe dat ze zelfs voordat de kleine wijzer op acht staat al naar bed verdwijnt. Maar zoals beloofd gaat ze eerst nog even stiekem langs bij de boom van de Droezels. Wanneer ze door het gat naar binnen kijkt, ziet ze tot haar verbazing niets meer. De ketel met lichtgevend sap is afgedekt. Ze hoort ook geen getrommel meer, maar als ze heel goed luistert hoort ze wel wat anders: zacht gesnurk. Giechelend kruipt Siv haar bed in. Het is gelukt!
En vanaf dat moment is de rust in de Stationsstraat ‘s nachts teruggekeerd.

CC0 License – bron: pexels.com

Reageer!