Dit verhaal begint in Een heks in de tuin.
Eindelijk was de school uit! Maartje kon niet wachten om naar huis te gaan.
“Hoi mama.”
Maartje gaf mama een kus en klom achter op de fiets.
“Wil je niet met iemand afspreken?” vroeg mama.
“Nee, vandaag niet, ik wil liever alleen spelen.”
Maartje wou zo snel mogelijk de heksenbezem takken van onder de heg weg halen en onder haar matras verstoppen. Ze was de hele dag al ongerust. Stel dat iemand anders ze zou vinden?
Mama zette haar fiets bij de schuur. Maartje keek naar het hoekje van de heg waar ze de takken had verstopt. Gelukkig, dacht Maartje, ze liggen ze er nog.
“Kom, we gaan even een kopje thee drinken en dan moet ik even naar de overkant, naar de buurvrouw toe. Ga je mee of blijf je even alleen thuis? Tom komt ook zo.”
“Ik blijf wel even alleen,” zei Maartje.
Het duurde zo lang voordat mama weg ging! Maartje was bang dat haar broer Tom al thuis zou komen voor mama naar de buurvrouw vertrok. Ze wou alleen zijn om die takken van de heks naar binnen te krijgen.
“Tot zo,” riep mama. Eindelijk!
De deur sloeg dicht met een harde klap. Er was wat wind en het waaide een beetje naar binnen.
Maartje rende naar de achterdeur, snel naar de heg voordat Tom zou aankomen!
Ze pakte de drie lange takken en keek er nog eens goed naar. Ze lijken eigenlijk wel op gewone takken, dacht ze. Maar als je echt goed keek, zag je dat ze een beetje meer glinsterden dan gewone takken. Ze waren ook heel hard: Maartje probeerde een stukje om te buigen, maar dat ging niet. De tak zwiepte keihard terug en was meteen weer recht.
Nu moet ik ze verstoppen, dacht Maartje. Ze rende weer even snel naar binnen als ze naar buiten was gegaan. Heel voorzichtig legde ze de bijzondere takken, want dat waren het natuurlijk wel, onder haar matras. Net op tijd, want ze hoorde Tom al binnenkomen!
Maartje kon nu niks anders doen dan denken aan de heks die ze had gezien. En de takken van haar bezem, die nu onder haar matras lagen. Zou de heks boos zijn? dacht ze, misschien moet ik de takken maar weer terug leggen?
Maar dat kon nu niet meer, want ze gingen al bijna eten en dan moest ze naar bed. En ze zou nooit in het donker naar buiten mogen van papa en mama.
Had ik ze maar laten liggen, misschien kan de heks nu niet meer goed vliegen zonder die drie takken. En moet ze lopen, dan is ze vast heel boos.
Maartje werd een beetje bang. Een boze heks, dat is niet iets om naar uit te kijken.
Na het eten moest Maartje haar tanden poetsen en naar bed. Ze treuzelde bij alles, bij de trap oplopen, bij tandenpoetsen, bij pyjama aandoen. Haar moeder werd er gek van.
“Schiet eens op, wat treuzel je toch!”
“Welterusten,” zei mama dan, als Maartje eindelijk klaar was. Ze deed de deur dicht.
Maartje kroop haar bed uit, ging op haar speelgoedbankje staan en keek naar buiten, naar de hoek van de heg.
Gelukkig, ze is er niet, de heks is mij vergeten en haar takken ook.
Opgelucht draaide Maartje zich om en ging terug haar bedje in. En viel bijna in slaap…
Tik Tik Tik hoorde Maartje zachtjes op het raam. Heel voorzichtig deed ze het gordijn open.
Maartje keek recht in de ogen van het heksje dat voor het raam vloog. Wel, eigenlijk niet vloog maar in stilstand op haar bezem in de lucht hing, voor Maartje haar raam. Maartje wilde gillen, maar het heksje zei “sjjjjjt” en ze zwaaide met haar toverstok. Er kwam geen geluid meer uit Maartje haar mond.
“Niet bang zijn,” zei het heksje, “ik doe je niks en tover straks je stem weer terug. Maar je met wel beloven stil te zijn…”
Maartje knikte, en het heksje zwaaide weer met haar toverstok.
“Hallo,” zei Maartje, een beetje bibberend met haar stem.
“Zo,” zei het heksje, “nu kunnen we verder. Waar waren we gebleven? Euh… OÂ ja, mijn bezem takken, die moet ik echt terug! Want het vliegt niet super zo. Ik ga steeds scheef door de bocht. En dan is er nog iets. Eum, luister je nog? Je kijkt een beetje raar.”
Maartje knikte, ze keek inderdaad een beetje raar. Ze was heel verbaasd, want de heks was geen enge oude vrouw met een kromme neus en lang grijs haar, maar een jong meisje. Net zo oud als Maartje! Ze had knal rood haar en groene ogen. Maartje was nu niet meer bang.
“Ik zoek mijn kat,” zei het heksenmeisje. “Ze is gisteren van de bezemsteel gevallen en ik kan haar nergens vinden. Zou je mij alsjeblieft willen helpen zoeken?”
Lees verder in Een heks op een bezemsteel!