Jack en de kist – deel 1 van 2

-

Op de zolder van tante Fee staat een grote kist. Een kist zo zwaar dat niemand weet hoe die er ooit is beland. Hoe iemand ooit zo sterk is geweest om ze al die trappen op te dragen!
Want het huis van tante Fee, dat heeft een trap van wel honderd treden. En de kist, die is gemaakt van dik, zwaar hout. Ze moet zoveel als een nijlpaard wegen. Of misschien wel twee. Iemand die de kist zou proberen tillen, zou zich meer dan een ongeluk heffen.
Maar toch staat hij daar. Helemaal boven. In een hoekje, naast de oude fiets van nonkel Tas. En niemand die weet wat erin zit, want de kist is op slot. En er is geen sleutel…

Kleine Jack gaat elke keer als hij op bezoek is bij tante Fee naar de zolder. Als zijn mama en papa in het salon met tante praten, sluipt hij stilletjes weg en beklimt de trap met de honderd treden, steeds hoger, tot hij op de zolder komt. Dan loopt hij voorzichtig naar de hoek met de zware kist. En dan kijkt hij naar de kist. Want hij weet zeker dat er een schat inzit. Een schat van wel onschatbare waarde.
Daar is Jack zeker van. Zo zwaar. En zo groot. En geen sleutel. Hij is er zeker van dat ooit, lang lang geleden, voordat tante Fee en nonkel Tas in het huis kwamen wonen, er iemand woonde die rijk was. Met goud. Zilver. Misschien wel diamanten. Iemand die de kist daar moest verbergen. Jack is er zeker van.
Want waarom weet niemand wat er in de kist zit en hoe die in vredesnaam helemaal tot boven is geraakt? En geen sleutel dan nog.

Elke keer Jack boven op zolder komt, gaat hij op zijn knieën voor de kist zitten, legt zijn handen plat op het deksel, buigt zijn hoofd en probeert met één oog in de kist te kijken. Maar het gaatje is te klein. Hij ziet enkel zwart. Geen goud. Geen zilver. Geen diamanten. Het ruikt ook heel oud, naar iets dat er misschien al te lang in zit om ontdekt te worden. Maar Jack wil koste wat kost weten wat erin zit.
De kist volgt hem zelfs ‘s nachts in zijn slaap. Zijn dromen zitten vol ontdekte sleutels, een sterke man die een grote, zware kist de trap op draagt, blinkende goudstukken en een kaart die leidt naar een verborgen schat.

Zondag is het weer zover, dan is het tijd voor het wekelijkse bezoekje aan tante Fee.
Al twee uur op voorhand staat kleine Jack klaar, ongeduldig op zijn benen te wippen. Zijn moeder en vader lachen. Ze aaien hem over zijn hoofd. Wat gaat hij toch graag bij tante Fee op bezoek. Die lieve Jack.

Tot nu toe is hij er nog niet in geslaagd de kist te openen. Deze keer neemt hij een zaklamp en een loper mee in zijn rugzak. Een loper is een sleutel waar je bijna alle sloten mee openmaakt. Hij vond de loper in de gereedschapskist van zijn vader. Stiekem nam hij die eruit en borg het op in zijn rugzak.
Jack wil het helemaal alleen doen. Hij wil de schat voor zich houden. Daarom vertelt hij niemand over de kist. Niemand. Niet zijn vader. Niet zijn moeder. Enkel Nino, zijn hond. Maar die beloofde op zijn hondenhart, niets te vertellen.

Als ze bij tante Fee aankomen, eet hij snel zijn taart en drinkt vlug zijn sap, zodat hij naar de kist kan. Zijn ouders en tante denken dat hij op de zolder speelt. Rovertje. Of piraat en de papegaai. Wie niet weg is gezien. Maar niet Jack.
Jack heeft een plan. Een missie. Hij wil de zware kist openen. En dan rijk worden. Dan kan hij op reis gaan. Heel lang en ver weg. Naar landen waar het altijd lekker warm is en waar de kokosnoten op je hoofd vallen als je niet oppast. Jack is dol op kokosnoten. En op ananas. Mango’s en eindeloze stranden met zacht wit zand.

Met de zaklamp en de loper in zijn zak beklimt hij de trappen naar de zolder. En zoals iedere keer, bonst zijn hart en vliegen de vlinders wild door zijn buik. Jack houdt van die vlinders. Ze kriebelen en geven hem moed om de donkere zolder binnen te gaan. Jack voelt zich net een ridder. Een ridder met een goed plan.
De schat van de koning buit maken. En dan de gevangen prinses redden uit de torenkamer. Maar niet met haar trouwen. Jack vindt meisjes niet leuk. Die giechelen altijd en houden alleen van roze spullen. Stellen zich aan. Willen alleen maar dansen. Nee, trouwen hoeft dan niet. Maar die kist, die moet open. En de schat, die moet eruit.

Lukt het Jack deze keer om de kist open te krijgen? En vindt hij echt een schat? We ontdekken het samen in het tweede deel!

Reageer!