Tijdens het ontbijt zegt Joris tegen mama:
“Ik ga vissen vangen, met mijn visnet bij de sloot.”
Mama knikt en zegt: “dat is een goed idee.
Dan eten we straks verse vis met brood!”
Joris pakt het visnet en wandelt naar de kant
Poes Neel loopt vrolijk met hem mee.
“Hee Neel, ga je samen met mij vissen?
Dan vangen we er heel veel met z’n twee!”
“Nu ga ik kijken of ik de vissen zie,
jij moet stil zijn” zegt Joris tegen Neel.
“En als ik ze zie zwemmen in het water
Vang ik er met mijn visnet vast heel veel!”
“Ja!” roept Joris en het net plonst in de sloot
poes Neel springt geschrokken achteruit.
Joris schept en woelt en vist en graait
En haalt het visnet er dan weer uit.
In het netje spartelt heel voorzichtig
Een piepklein visje in het rond
Joris haalt het visje uit het visnet
En stopt het in de emmer op de grond.
Poes Neel leunt op het randje
Van de emmer, ze kijkt mee.
“Ja Neel, we moeten er nog veel meer vangen,
wij hier samen met z’n twee.”
Joris gaat weer turen in het water
Poes Neel loert als een echte krijger.
In het gras vlak naast Neel en Joris
Staat opeens een dikke reiger!
De reiger staat heel stil en stijf
In de slootkantwildernis
Tot hij erg snel ‘hap’ doet
En weg vliegt met een dikke vis.
Joris schept en roert wild in de sloot
Hij wil ook zo’n grote vis!
Kroos en nog twee van die kleine visjes,
Dat is alles wat er is…
Verdrietig lopen Neel en Joris
Na een uur weer terug naar huis
In de emmer zitten heeeele kleine visjes
“Das nooit genoeg voor thuis…”
“Hebben jullie veel gevangen?” vraagt mama.
Joris zucht en schudt zijn hoofd.
“Dat is jammer” zegt mama lachend.
“Maar vis gaan we eten, dat heb ik beloofd!”
Joris en mama smikk’len en smullen,
De vis is heerlijk, er is heel veel.
Mama haalde het bij de winkel
Er is ook een stukje vis voor Neel.
Joris eet zijn hele bord leeg
Tot er niets meer in zijn buikje past.
En de kleine visjes uit de emmer?
wonen nu in een viskom op de kast!