“We gaan gezellig koekjes bakken”, zegt oma.
Sanne krijgt een schort voor. Op de keukentafel staat een kom, een pak meel, suiker, boter en eieren. Oma weegt het meel op de weegschaal. Sanne mag het meel in de kom doen. Oma doet er suiker en boter bij. Eén voor één gaan de eieren erbij.
“Nu ga ik kneden”, zegt oma.
“Wat is kneden?” vraagt Sanne. Oma doet het voor. Ze knijpt met haar handen in het meel, de suiker, boter en eieren. Ze kneedt net zo lang tot ze een ronde bal deeg heeft. Sanne mag een stukje deeg proeven. Ze vindt het lekker.
“Zo, nu gaan we het deeg uitrollen,” zegt oma. Oma strooit meel op de tafel. Met een deegroller rolt ze over het deeg. De bol deeg is nu helemaal plat.
“Nu mag jij er vormpjes in steken”, zegt oma. Oma doet het voor.
Dat vindt Sanne leuk om te doen. Ze maakt rondjes en hartjes. Ze heeft een rode kleur van inspanning.
“Dat heb je goed gedaan”, zegt oma. Oma pakt een bakplaat.
“Nu moeten we de koekjes bakken”, zegt oma. Oma en Sanne leggen ze op de bakplaat. De oven is al voorverwarmd. Oma schuift de bakplaat in de oven.
“We wachten tot ze gebakken zijn”, zegt oma.
Na tien minuten zijn de koekjes klaar. Oma haalt de bakplaat uit de oven.
“De koekjes moeten een half uur afkoelen”, zegt oma.
Sanne kan niet wachten tot ze afgekoeld zijn. Ze heeft zo’n zin in een koekje.
Oma gaat de afwas doen. Sanne zit aan de keukentafel. Zal ze alvast een koekje pakken? Oma ziet het toch niet. Heel stil pakt ze een koekje.
Ze geeft een gil. De bakplaat is gloeiend heet. Ze heeft haar vingers gebrand.
Oma keert zich geschrokken om. Sanne springt op en neer met haar vingers in de lucht. Oma pakt Sanne beet en stopt haar vingers onder de kraan.
“Domme meid. Ik had toch gezegd dat de koekjes eerst moeten afkoelen”, zegt oma.
Sanne huilt. Oma zet Sanne aan de keukentafel. Haar vingers moet ze een kwartier in een glas water houden.
Na een kwartier haalt Sanne haar vingers uit het water. Het doet geen pijn meer. Oma legt de koekjes in een trommel.
“Nu mag je een koekje nemen. Koude koekjes zijn veel lekkerder”, zegt oma.
“Mag ik er ook een paar meenemen voor mama en Poekie Poes?” vraagt Sanne.
“Ik denk dat mama ze wel lekker vindt. Poekie Poes heeft liever kattenbrokjes”, zegt oma.
“Nog een koud koekje?” vraagt oma. Dat wil Sanne wel.