Als ze boven is en de hoek om gaat, is er weer een trap naar boven. En daarna weer een en nog een. En zo gaat het maar door. Lientje wist niet dat er zoveel bovens waren en ook niet dat al die bovens zo hoog waren. Wat zou er aan het einde zijn? Ze is nu toch al een hele tijd aan het klimmen.
Lientje wordt moe en ook een beetje bang. Boven is te hoog voor haar, merkt ze. Ze wil eigenlijk wel weer terug naar beneden, maar dan zijn al die trappen naar boven voor niets geweest! Lientje staat stil en overlegt met zichzelf.
Goed, ze zou nog vijf trappen omhoog lopen.
Als Lientje dit gedaan heeft, ziet ze om de hoek, dat er wéér een volgende trap omhoog gaat. Alles is dus voor niets geweest als ze nu naar beneden zou gaan. Ze besluit daarom nog één keer vijf trappen naar boven te lopen, maar dan echt voor de laatste keer. Na deze vijf trappen ziet ze dat er niets is veranderd en er weer een volgende trap omhoog gaat.
Lientje heeft er nu echt genoeg van.
Ze gaat weer naar beneden en voor de zekerheid telt ze nu alle trappen om te weten hoeveel ze er gehad heeft.
Ze is nu vijftien trappen lager en zou nu toch bijna thuis moeten zijn! Lientje loopt gestaag door. Misschien heeft ze zich vergist, omdat ze bij het omhoog gaan in het begin de trappen niet geteld had.
Ze loopt steeds verder naar beneden en begint weer bang te worden. Ze zou er nu toch moeten zijn?
Ze begint te rennen, maar telkens als ze onderaan de trap is, ziet ze om de bocht weer een volgende trap naar beneden gaan. Zo lang en zover kan ze onmogelijk gelopen hebben toen ze naar boven ging! Wat is er gebeurd en waar is ze nu? Lientje begint in paniek te raken en de trappen blijven elkaar opvolgen. Het angstzweet druppelt van haar lichaam.
Dan zet ze het op een schreeuwen en roept ze heel hard “Mama!”
Alles wordt zwart voor haar ogen en het lijkt even of de wereld stilstaat.
In die stilte hoort ze de stem van haar moeder en voelt ze haar hand op haar voorhoofd. “Lientje, schatje wat is er? Je voelt helemaal warm en je zweet,” zegt haar moeder. Lientje gaat rechtop in haar bed zitten en slaat haar armen om haar moeder heen. Tranen biggelen over haar wangen, “Oh mama, ik zat gevangen in het trappenhuis.”