“Stommerd!” roept Lot.
“Je bent zelf stom!” schreeuwt Lex terug.

Lot en Lex staan boos tegenover elkaar. Allebei hebben ze de helft van een kapot duplohuis vast. De grond van Lots kamer ligt helemaal vol met duploblokjes.
Lot zet haar vrije hand in haar zij. “Jij bent echt een baby.”
Lex stampt met zijn voet op de grond. “Nietes, ik ben al vier.”
Lot steekt haar kin de lucht in. “Vier is echt een baby.”
“Nietes!” gilt Lex.
“Welles!” gilt Lot terug.
Tranen springen in ogen van Lex. “Nietes. Ik ben geen baby.”

“Wat een geschreeuw jongens. Wat is er aan de hand?” Mama staat in de deuropening met haar armen over elkaar geslagen.
“Lex wil niet luisteren,” begint Lot.
“Lot wil de baas spelen,” zegt Lex meteen.
Tegelijkertijd proberen Lot en Lex te vertellen wat er aan de hand is. Steeds harder praten ze door elkaar heen.
“Niet waar,” gaat Lot verder, “Lex houdt zich niet aan de regels.”
“Niet waar,” zegt Lex, “Lot maakt stomme regels.”
“Volgens mij zijn jullie heel erg boos op elkaar,” zegt mama. “Kunnen jullie zelf een oplossing bedenken?”
Lex kijkt vragend naar Lot. “Mag ik mijn duplohuis weer in elkaar zetten?”
Lot houdt haar helft stevig vast. “Nee, het is mijn duplohuis. Ik heb het gebouwd.”
Lex grijpt nu ook zijn helft extra stevig vast. “Maar het is mijn duplo, dus het is van mij.”

Mama zucht. “Jullie gaan allebei maar eens een tijdje op jullie eigen kamer spelen. Als samen spelen jullie zo boos maakt, dan spelen jullie maar even niet samen.”
Lot en Lex willen allebei nog iets zeggen. Maar als Lex het strenge gezicht van mama ziet, loopt hij toch maar snel achter mama aan naar zijn kamer. Met een klap gooit Lot de deur van haar kamer dicht.
Dan zijn ze allebei alleen.
“Ik wil toch niet met die stomme baby spelen,” denkt Lot en ze veegt de duploblokken boos aan de kant.
“Ik ga lekker mijn eigen regels maken,” denkt Lex.
Lot speelt schooltje met haar poppen en Lex speelt met zijn trein.

Maar al snel begint Lot zich te vervelen. Alleen schooltje spelen is saai. Haar poppen praten niet terug. Er is niemand die lacht om haar gekke stemmetjes. Er is niemand die vragen kan stellen als Lot voor juf speelt.
Stiekem kruipt Lot naar haar deur en duwt hem een klein stukje open. Door de kier kan ze Lex op de grond zien zitten. Lex heeft zijn deur altijd open omdat hij anders bang wordt. Hij zit mijn zijn rug naar Lot toe en speelt met zijn trein. Zou hij nog boos zijn? Of is hij juist blij dat hij zonder Lot met de trein kan spelen? Lot kan het niet zien. Ze duwt de deur wat verder open en kruipt dan een klein stukje door de deuropening heen om beter te kunnen kijken.

Dan probeert Lex tegelijkertijd zijn trein te laten rijden en de slagbomen dicht te laten gaan. Het lukt hem niet, zijn handen zijn niet vlug genoeg. Normaal doet Lot altijd de slagbomen dicht. Boos duwt Lex tegen het treintje aan.
“Psst, Lex.” Lot probeert de aandacht van Lex te krijgen. “Psssst, Lexie.”
Lex draait zich om en kijkt Lot verbaasd aan.
“Zal ik de slagbomen dicht doen?” fluistert Lot.
Lex knikt. “Ben je dan niet meer boos op me?”
Lot schudt haar hoofd. Voorzichtig, zodat mama het niet hoort, kruipt ze over de gang naar de kamer van Lex. “Sorry dat ik je een baby noemde.”
Lex zucht diep. “Sorry dat ik de auto afpakte.”
Lot geeft Lex een dikke knuffel. “Kom dan ben jij de machinist en ik de slagbomen. Zullen we spelen dat we met de trein naar de dierentuin gaan?”
“Ja,” roept Lex en hij pakt de wagonnetjes.
Samen spelen ze met de trein, allebei zijn ze al lang vergeten dat ze ruzie hadden. En mama…? Mama staat onderaan de trap met een glimlach te luisteren hoe Lot en Lex weer vrolijk samen spelen.

Reageer!