Pluisje de Eekhoorn kwam naar binnen gehuppeld. Papa was bezig de tafel te zetten en mama stond in de keuken.
“Wat eten we mama?” vroeg Pluisje.
“Vanavond eten we notenpap,” antwoordde mama. Pluisje trok een vies gezicht.
“Alweer notenpap? We eten elke week op dezelfde dag notenpap!” zei ze.
“Notenpap is lekker en gezond. Je wordt er een sterke en grote eekhoorn van,” bromde papa, die de keuken binnen kwam en mama een knuffel gaf.
“Ga nog maar een beetje buiten spelen schat,” lachte mama, “het duurt nog wel even tot het klaar is.”
Eerst ging ze bij haar vriendin Kooltje de Merel kijken. Ze klom langs de boom naar omhoog – eekhoorns kunnen heel goed klimmen – tot ze aan de tak kwam waar het nest van de merels lag. Ze zag al van ver dat haar vriend Kooltje aan het eten was, dus ze huppelde snel dichterbij.
“Dag Kooltje!” riep ze, “is het lekker?”
“Ja hoor, heel lekker,” zei Kooltje, “wil je ook wat?”
Maar dan zag Pluisje wat Kooltje aan het eten was: regenwormen! Wat vies!
“Nee bedankt Kooltje”, antwoordde Pluisje beleefd, “en smakelijk. Eten jullie vaak eum… regenwormen?”
“Niet elke dag hoor!” lachte Kooltje, met een halve regenworm nog in zijn bek. Oef, dacht Pluisje, ze eten ook lekkere dingen.
“Gisteren hadden we nog slakken!” riep Zooltje, het kleine broertje van Kooltje, “die zijn superlekker!”
“Oh, ok…” mompelde Pluisje teleurgesteld. Hier aten ze alleen maar vieze dingen! Ze nam afscheid van de Merelfamilie en klom terug naar beneden.
Eens ze bij het gat in de boom was gekomen waar het eekhoornhuisje was, dacht ze bij zichzelf: “Ik had het niet aan de Merels moeten vragen, dat zijn vogels! Natuurlijk eten die rare dingen. Ik kan beter eens bij een vriendin met 4 poten langsgaan.”
Ze klom verder naar beneden, helemaal tot op de grond. Daar huppelde ze naar haar vriendin Prikkie de Egel, die samen met haar mama en papa aan het eten was.
“Dag Pluisje!” riep Prikkie, “heb je al gedaan met eten?”
“Nee,” antwoordde Pluisje, “mama is nog bezig met klaarmaken. Smakelijk! Wat eten jullie?”
“Vandaag zijn het kevers en spinnen. En voor dessert is er een stuk paddenstoel!” zei Prikkie enthousiast.
Pluisje trok grote ogen. Hier aten ze ook al zo’n vieze dingen! Op dat moment hoorde ze haar papa, die op de tak voor hun holletje stond en riep: “Pluisje! Komen eten!”
Snel haastte Pluisje zich terug naar boven. Toen ze binnengekomen was, ging ze meteen aan tafel zitten. Van al dat klimmen en huppelen had ze flink honger gekregen!
Mama kwam met de pot uit de keuken en schepte een groot bord notenpap uit voor Pluisje.
“Mama, notenpap is lekker hé? En goed om te groeien?”
“Ja hoor schat,” antwoordde mama, “eet er maar flink veel van!”
En toen mama de volgende week opnieuw notenpap maakte, dacht Pluisje terug aan de vreselijk rare dingen die haar vriendjes aten… Ze heeft nooit meer geklaagd dat er notenpap te eten was!