Het was nog maar een paar dagen voor kerst. En al dagen woedde er een sneeuwstorm op de Noordpool.
Kerstman Pol zat in zijn grote fluwelen stoel te eten. De kerstvrouw had zijn favoriete stoofschotel gemaakt. Stoofvlees met veel groenten en rozijnen. Het eten bracht kerstman Pol even in een goed humeur. Al dagen was hij niet vrolijk. Zijn dienstplicht liep dit jaar af. Dit zou zijn laatste kerst zijn. Geen ritje meer op de kerstslee. Nooit meer het hoge woord tegen zijn hulpelfen. Geen schoorstenen meer inglijden. En het belangrijkste: nooit meer al die vrolijke gezichtjes van alle kinderen zien, wanneer ze het gewenste cadeau ontvangen.
Het was een ramp. Hoe moest hij in een korte tijd een opvolger vinden? Een opvolger die verder ging met alles wat kerstman Pol achter moest laten, zodat hij tenslotte kon gaan genieten van zijn pensioen. Hij was nog niet klaar om een rustig leven te leiden. Het liefste werkte hij gewoon door.

Er werd op de deur geklopt.
“Kom binnen,” sprak de kerstman.
Zijn vrouw kwam binnen met een stapel brieven.
“Heeft het eten gesmaakt?”
“Het was weer heerlijk, dank je.” De kerstman wreef nog eens voldaan over zijn dikke buik. “Zijn dat de brieven van de kinderen?”
“Ja, dit zijn alle verlanglijsten en de bovenste zijn een paar belangrijke die je zeker moet lezen. Blijkbaar voelen een aantal kinderen in deze wereld dat je wat bedroefd bent. Ze willen je opvrolijken met een mooie tekening.” De kerstvrouw legde de stapel brieven op het bureau en gaf haar man een kus op zijn wang. Dan verliet ze de kamer.

CC0 Creative Commons – bron: pixabay.com

Kerstman Pol leunde languit in zijn stoel. De brieven konden ook later gelezen worden. Eerst was het even tijd om de ogen te sluiten…

~~~

De kerstman zat rechtop in zijn stoel en keek beduusd de kamer rond. Hij moest lang geslapen hebben. Het was vijf over negen ‘s avonds. Blijkbaar hadden de elfen hem ook niet nodig gehad om speelgoed na te kijken op gebreken.

Hij had naar gedroomd. Een droom waarin hij gemeen werd, gemener dan ooit. In de droom schreef hij de kinderen terug. Hij schreef dat hij het helemaal niet erg vond dat konijn Pippie gestorven was. Lekker voor in de pan. Je kon gewon weer een nieuw konijn kopen. Gepest worden was ook niet erg, je moest het toch een keer meegemaakt hebben. Hij zette er zelfs wat smileys bij. Wat vreselijk gemeen allemaal! Gelukkig was het maar een droom.
Kerstman Pol zuchtte diep, stond op uit zijn stoel en rekte even zijn rug. Tot zijn verbazing zag hij een stapel brieven liggen op het bureau. Netjes dichtgeplakt en klaar voor verzenden. Vreemd… Had hij dan toch…
Nee, de brieven had hij gelezen en de kinderen had hij netjes teruggeschreven, voordat hij ging slapen. Zo moest het gebeurd zijn. De kerstman zuchtte, hij kon het zich niet meer herinneren.

Opeens hoorde de kerstman een luid kabaal vanuit de gang. Het was Sjaak, de assistent van de kerstman. Sjaak stond altijd voor hem klaar en zorgde voor alle karweitjes als de kerstman even niet op de Noordpool was. Sjaak had als bijnaam Dicht-Maar-Raak. Hij rijmde altijd als hij begon te praten. Het was erg uniek. Het bracht de kerstman snel in een goed humeur. Dat had hij soms eens nodig.

Sjaak stormde binnen…
“Uw vrouw vertelde mij dat u wat bedroefd was, misschien komt mijn komst dan goed van pas.”
“Nee hoor, Sjaak. Je kunt verder gaan met je werk.” De kerstman gebaarde met zijn hand dat Sjaak weg kon gaan. “Maar wacht nog even! Ik heb de brieven klaar. Je kunt ze verzenden. Zeg tegen mijn vrouw dat ik wat langer op mijn kamer blijf. Ik ga tegen twaalf uur naar bed,” sprak de kerstman Pol op boze toon.
“Maar kerstman, zo heb ik u nog nooit gehoord, het spijt me dat ik u heb gestoord.”
Sjaak nam de brieven mee. Hij sloot de deur zachtjes en liep naar de postkamer.

~~ Later in de keuken… ~~

“Nou mevrouw, er was beslist iets aan de hand, hij wuifde me zo aan de kant.”
De kerstvrouw gaf Sjaak een zacht kneepje in zijn arm.
“Zijn dienstplicht zit er op dit jaar. De kerstman heeft moeite met afscheid nemen van alle kinderen op de wereld en van jou en de elfen. We komen er wel uit. Samen vinden we een goede opvolger.”
“Laten we dan hopen dat zijn humeur beter wordt en er zich snel een opvolger in deze wereld stort.”

Er ging een dag voorbij. En toen… Was iedereen in rep en roer! De brieven die de kerstman had geschreven aan de kinderen waren teruggestuurd, allemaal! Er waren overal in de wereld boze papa’s en mama’s. De brieven waren gemeen. Zo kon je geen kind behandelen! Ze eisten een verklaring. De wereld was boos.
De kerstman had het dus toch niet gedroomd. Dit was een complete ramp. Hoe moest hij het weer recht krijgen?

Lees verder in deel 2!

Reageer!