Ons muisje gaat soms op stap,
na het eten van een stevige schotel pap.
Zijn kuitjes zijn dan fris en sterk,
vooruit muisje, stappen maar, aan het werk!

Door de velden en langs de weg,
niets houdt het tegen, buiten vanzelfsprekend pech.
Zo stapte ons maatje eens in een grijze buis,
lekker warm, het voelde zich er direct in thuis.

Plots ging de buis helemaal heen en neer,
zo erg als een schommel tijdens wild en guur weer.
Het begon binnenin hard te waaien,
muisje begon zowaar in paniek met mijn pootjes te zwaaien.

Ons beestje schrok zich rot,
want haar velletje hing plots vol met vieze snot.
Zijn haartjes plakten helemaal aaneen,
en ons vriendje stonk afschuwelijk van kop tot teen.

Wat is er toch aan de hand?
Waar is ons dichter-muisje toch in beland?
De wind in die pijp raast en raast en raast….
Wat heeft ie toch een verschrikkelijke haast!

Als een kanonkogel vliegt het diertje door de buis
Floep, eruit! Tot ver over de bomen en een huis.
Kijk, een vleermuis! wijzen de kindjes vanop de grond.
Ze staan allen te staren met open mond!

Inderdaad, eentje zonder vleugels, die vliegt als een raket!
Dat is groot nieuws, dat komt zeker in de gazet!
Vlug een foto voor op facebook,
Met de gsm! O, jammer die is zoek…

In de verte hoort men getetter,
Luid gebries en gekletter.
Zo verbazend luid als duizend trompetten,
Heel de buurt moet het op een lopen zetten.

Wat heeft muisje nu weer uitgericht?
Dat weet men pas op het einde van dit gedicht.
Muisje vliegt en stinkt als nooit tevoren.
Van die buis, daar moet ie niets meer over horen.

’t Is grijs en lang en stinkt een beetje van binnen!
Wie kan zo’n mal ding nu zomaar verzinnen?
Het raarste geval van heel het land???
O ja, de slurf van een … olifant!

 

CC0 Creative Commons – bron: pixabay.com

Reageer!