Dit verhaal gaat over Boris, een jongen van zeven jaar oud.
Het is vakantie. Papa en mama gaan een weekendje samen naar een hotel, maar Boris mag niet mee. Hij gaat drie dagen bij opa Hendrick logeren. Opa is 78 jaar en heeft grijs haar en een lange, grijze baard – door zijn lange grijze baard noemt Boris hem ook wel eens Pinkeltje. Dat vindt opa niet erg.
Soms komt opa ook wel eens oppassen. Meestal vindt Boris dat niet zo leuk, want opa wil alleen maar praten of spelletjes doen. Hij wil niet dat Boris op de ipad gaat of tv kijkt want dat vindt hij niet gezellig. Daarom heeft Boris er ook niet heel veel zin in om 3 dagen bij opa te spelen.
Wanneer papa en mama Boris afzetten bij het huis, wil hij eigenlijk niet naar binnen. Hij kan zich het huis helemaal niet herinneren en ziet zichzelf al ‘s nachts wakker worden omdat hij naar de wc moet, maar dan niet weten waar de wc is.
Maar hij stapt toch maar uit de auto en loopt naar de deur. Na 3 keer aangeklopt te hebben gaat de deur open en daar staat opa. Hij heeft erg veel rimpels in zijn gezicht en staat een beetje krom, maar hij kijkt vriendelijk. Opa zwaait naar de auto waar papa en mama nog in zitten. Boris hoort de motor weer starten en de auto rijdt weg.
Het eerste dat Boris vraagt als hij binnenkomt is waar de wc is. Voor het geval hij straks moet.
Opa legt het uit: “De tweede deur aan de linkerkant, met de witte streep in het midden”.
Boris vindt het huis van opa een beetje raar. Het is niet vies hoor, nee, maar het is zo oud. Hij heeft niet eens een TV.
Als opa een kop thee heeft ingeschonken en Boris zijn logeertas op de zolderkamer heeft gezet, zegt Boris dat hij even naar de wc moet. Als hij in plaats van de tweede deur links, de tweede deur rechts opent komt hij in een een donkere ruimte. Het is een hele kleine ruimte. Maar één voetstap verder is weer een deur, met een sleutel in het sleutelgat.
Wanneer Boris de sleutel draait en de deur open doet, weet hij eigenlijk al dat het niet de wc is en dat wat hij doet een beetje stout is. Maar het is al te laat. De deur is open en hij kijkt vol bewondering de kamer in. Het lijkt wel een soort lab. Er staat een tafel in het midden met allemaal spullen er op. Aan de zijkant staat nog een tafel met allemaal potjes en rare flesjes. Het doet Boris een beetje denken aan het laboratorium van de opa van Mega Mindy. Hij ziet dan een hele grote kast met tientallen (misschien wel honderd) flessen met vloeistoffen in alle kleuren.
“Wat doe jij hier?” hoort Boris een zware stem achter hem vragen. Hij draait zich om en daar staat opa. Boris weet niet precies of hij nou boos of verward kijkt – hij hoopt het laatste. Als Boris zegt dat hij in de weg naar de WC een beetje verdwaald was moest opa heel hard lachen.
“Oke, je hebt mijn geheim nu toch al ontdekt. Ik kan jou nu maar beter gebruiken om mij te helpen met iets heel belangrijks.”
De ogen van Boris worden groter en beginnen te glimmen. Helpen in een geheim lab!
“Het plakken van etiketten op de flesjes,” gaat opa verder.
Als opa dat zegt is Boris wel een beetje teleurgesteld. Hij dacht dat hij een soort super Toby zou worden, maar nee. Toch zegt Boris dat hij wel wil helpen. En ze beginnen meteen.
Boris neemt een mini slokje van een paars drankje en…
Alles begint te draaien en hij krijgt het heel warm. Hij verandert in een vogel. Als hij met z’n kop naar beneden kijkt, ziet hij dat hij het lijf heeft van een meeuw. Hij probeert te vliegen maar hij rent vol tegen de tafel aan. Opa zegt dat dat niet zo’n goed idee is: “Vogeltjes leren al vanaf jonge leeftijd vliegen dus ik denk niet dat jij dat zo in één-twee-drie gaat kunnen.”
Boris schudt zijn hoofd. Als hij zich na enkele minuten afvraagt wanneer hij weer normaal wordt, begint alles weer te draaien, en krijgt hij het erg koud dit keer.
Voordat hij het weet is hij weer normaal en plakt opa het eerste etiket op het flesje: meeuw
“Opa, dit is supercool, en ik maar denken dat jij oud en saai was!”
Het verhaal gaat hier verder!