Mama en Sanne zitten gezellig op de bank. Mama leest voor uit een winterboek met een heleboel verhalen. Een verhaal gaat over een jongen die samen met zijn opa een sneeuwpop maakt.
“Ik wil ook een sneeuwpop maken”, zegt Sanne.
“Dan moeten we wachten tot er sneeuw valt. Misschien gaat het morgen wel sneeuwen. Het vriest buiten”, zegt mama.

Mama en Sanne kijken naar buiten de tuin in. De boom achter in de tuin is kaal. Er zijn nu geen bloemen in de tuin. Een klein vogeltje zit op de waslijn en even daarna komt er nog een naast zitten. Mama kijkt naar ze.
“De vogels hebben het moeilijk in de winter”, zegt mama.
“Waarom?” vraagt Sanne. Ze is van de bank gesprongen. Ze heeft haar neus tegen het raam gedrukt.
“Dan is er niet veel eten voor hen. In de winter liggen er geen zaadjes op de grond en er zijn geen insecten”, zegt mama.
“Ik geef ze een koekje”, zegt Sanne.
“Nee, dat is niet goed voor vogeltjes. Ik heb een veel beter idee. We gaan een pindaslinger maken. Die hangen we buiten in de tuin”.
“Dan is het net of het feest is in de tuin”, zegt Sanne.
“Ja, dat is waar”, zegt mama.

Mama heeft een zak met doppinda’s op de tafel gelegd. Ook een naald met een groot gat, waar je een dun wit koord doorheen kan doen.
“Zo, dat hebben we nodig om een pindaslinger te maken”, zegt mama.

Sanne zit aan de tafel en kan niet wachten om te beginnen. Mama pakt een pinda en prikt met de naald en het koord door de pinda. Sanne wil het ook doen. Maar het is niet zo makkelijk.
“Au!” zegt Sanne. Ze heeft in haar vingers geprikt. Gelukkig is het niet erg.
Mama neemt het van Sanne over. Sanne mag de pinda’s doorschuiven aan het touwtje, zodat ze mooi naast elkaar komen. Ze maken een hele lange slinger. Als de slinger klaar is, knoopt mama de eindjes aan elkaar.

“Nu moeten we hem in de tuin gaan hangen”, zegt mama.
Sanne en mama trekken een dikke jas aan. Als mama de deur naar de tuin opendoet, vliegen er een paar vogeltjes verschrikt op.
“We hebben eten voor jullie. Jullie moeten terugkomen”, zegt Sanne en rent de tuin in.
“Waar zullen we de slinger ophangen?” vraagt mama.
Sanne wijst naar de schommel.
“Nee, dat lijkt mij geen goede plek. We moeten hem zo ophangen dat ze rustig kunnen eten. En we moeten er goed naar kunnen kijken vanuit het huis”, zegt mama.
“Ik weet het. We hangen hem aan een tak van de boom”, zegt Sanne.
Dat vindt mama een goed idee en hangt de slinger eraan. “Die hangt. We gaan gauw naar binnen en dan kijken we of de vogels komen”, zegt mama.

Mama en Sanne kijken in de warme kamer voor het raam naar de pindaslinger. Al gauw komt er een nieuwsgierige specht aan de slinger hangen. Hij pikt met zijn snavel in een pinda.
“Hij eet hem op!” juicht Sanne.
Er komt nog een vogel en die doet hetzelfde.
“Het wordt druk daar. Straks moeten we nog een pindaslinger maken”, zegt mama.
“Ik maak er wel honderd. Dan hebben alle vogels van de wereld geen honger”, zegt Sanne.
Mama lacht en zegt: “Zoveel vogels kunnen niet in onze tuin wonen. Andere mama’s moeten ook maar pindaslingers maken met hun kinderen”.
“Ik zeg het morgen tegen Jasper. Die moet er ook een maken”, zegt Sanne.
“Heel goed. Maar nu gaan we weer verder met ons verhaal over de sneeuwpop”.

Reageer!