Harry de snotolf was druk bezig met het feestelijk inpakken van kerst-mosselen.
En toen…
“Hmm, wat is dit nu?” hoorde Harry ineens achter zich brommen. Hij draaide zich om en zag vader Snotolf, die verbaasd naar de versierde anemoon en de stapel pakjes stond te kijken.
“O papa!” riep Harry enthousiast. “Ik ga eindelijk kerst vieren. Ik ga voor de Kerstman werken!” En hij vertelde hem wat hij gehoord had bij het inpakstation regio Zuid-West-Nederland en wat hij zelf van plan was.
Vader Snotolf keek zijn zoon aan. “Zoon,” zei hij, “dat is volstrekt onmogelijk.”
Harry keek zijn vader verbijsterd aan. “Jawel papa, ik heb het de Kerstman zelf horen zeggen, hij zocht snotolven om hem te helpen, echt waar!”
Maar vader Snotolf wilde er niets van weten. “Harry, je zult het verkeerd verstaan hebben. Geloof me maar, dit is niets voor snotolven. Vissen vieren geen kerst, dat heb ik je nu al zo vaak verteld. Je gaat vanavond nergens naar toe!”
En met die woorden pakte vader Snotolf Harry vast en plakte hem met zijn zuignap vast aan de wand van het wrak. “Ga slapen, Harry,” zei hij.
Daarna zwom vader Snotolf naar de andere kant van de kamer en binnen vijf minuten hoorde Harry zijn vader snurken.
Hoe kon hij dit nou doen?! Harry probeerde zich los te trekken, maar dat was tevergeefs. Hij zat muurvast. Zachtjes begon hij te huilen. En toen hij eenmaal begon met huilen, leek het alsof hij niet meer kon stoppen. Hij huilde zich helemaal moe. En toen viel hij eindelijk zelf ook in slaap, met de tranen nog op zijn wangen.
Plotseling schrok Harry wakker. Iets of iemand had aan zijn vin getrokken. Hij keek om zich heen. Het was donker in het wrak. Harry zag in de verte de omtrek van een grote vis. Even schrok hij. Was dit een roofvis die hem voor een lekker hapje aanzag? Had deze vis aan zijn vin geknabbeld? Toen hoorde hij een luid gesnurk uit de grote vis komen. Opgelucht haalde Harry weer adem. Gelukkig, het was zijn vader. Maar wie had er dan aan zijn vin getrokken?
“Psst!” hoorde hij ineens. Hij keek rond. Achter hem zat de zeester, de piek van de anemoon. “Psst!” zei hij nogmaals. Harry keek de ster aan. “Ik ga je losmaken,” zei de zeester. Hij sloeg twee van zijn armen om Harry’s lichaam heen en plantte zijn drie andere armen stevig op het wrak. “Ik tel tot drie,” riep de ster, “één, twee, drie…” De zeester trok met al zijn kracht en met een luide plop schoot Harry van de wand van het wrak af. Vader Snotolf werd stil. Geschrokken keken Harry en de ster zijn kant op. Maar meteen daarna begon het gesnurk weer. Opgelucht keken ze elkaar aan.
“Dankjewel, zeester,” zei Harry, “hoe kan ik je ooit bedanken?”
“Maak je droom waar, Harry. Dat kan je voor me doen; maak je droom waar. En ga nu snel.”
Dolgelukkig gaf Harry de gele zeester een dikke knuffel. Hij pakte zijn mossel-cadeautjes mee en zwom toen zo snel als hij kon richting het inpakstation regio Zuid-West-Nederland. “Kerstman, ik kom eraan!” riep hij luid.
Toen hij de lichtjes zag, nam hij een grote aanzwem en sprong zo uit het water van de Oosterschelde de kant op.
“Ik ben er,” dacht Harry. “Ik heb het gehaald!”
Tsja. Nu weet ik natuurlijk niet hoeveel jij van vissen weet. Misschien heb je eigenlijk nog nooit zoveel over vissen nagedacht. Dat zou heel goed kunnen. Dat hebben de meeste mensen. Maar zelfs dan zijn er toch dingen die je weet. Harry had een schitterend plan. Hij had het allemaal uitgedacht. Hij zou zijn droom kunnen waarmaken. Fantastisch!
Maar hij had toch één klein dingetje over het hoofd gezien. Klein, maar van levensbelang.
Weet je het al? Weet jij waar Harry, die zelf een vis is en toch beter zou moeten weten, niet aan gedacht heeft? Juist. Ademen.
Vissen kunnen op het land niet ademen.
Dus daar lag Harry, happend naar adem, op de stoep bij het inpakstation regio Zuid-West-Nederland. Hij zag de mooie lichtjes, hij hoorde het snotterig elvengezang. En toen dacht hij aan de woorden van zijn vader. “Doe het niet, Harry. Kerst is niet voor vissen, Harry.” Misschien had vader Snotolf toch gelijk?
En toen gingen de lampjes langzaam uit. Alles werd zwart.
En dit is het treurige einde van ons kerstverhaal over Harry de snotolf die zo dol was op kerst.
Ja, echt. Dit is echt het einde.
Kijk maar: er zijn bijna geen woordjes meer over op deze pagina.
Wacht! Je hebt helemaal gelijk: er is nog een deel 3, dat had ik helemaal niet gezien!
Logisch natuurlijk. Een kerstverhaal loopt altijd goed af, dat weet iedereen. Zelfs als het over een snotolf gaat. Zelfs als het over een snotolf gaat die zo graag kerst wilde vieren dat ie helemaal vergat dat hij op het land niet kan ademen.
Hoe moet dat nou goed komen?