Saartje is een flinke hond, altijd lief voor het baasje en haar lieve kameraad Bravo, ook een hond. Ze woont met nog meer mensen in huis. Baasje en nog twee vrouwtjes, dat zijn de kinderen.

Saartje heeft heel veel hobby’s. Slapen bijvoorbeeld, dat kan ze de hele dag door. Slapen is gezond want als je goed uitgerust bent, dan ben je weer fit.
Nadenken over de wereld vindt ze ook leuk om te doen. Ze kijkt dan ook graag naar het nieuws. Wat ze niet leuk vindt is de stofzuiger. Als vrouwtje de stofzuiger pakt, maakt ze dat ze naar boven komt. En dan gaat vrouwtje mopperen, want ze mag niet naar boven toe.

 

Saartje is op haar best als iedereen thuis is. Dat is gezellig. Als er koffie gemaakt wordt, komt er wat lekkers op tafel. Ze eet graag veel koekjes, maar vrouwtje vindt dat niet altijd goed en ze legt zich daarbij neer. Saartje weet wel hoe het moet.

Ze voelt zich het fijnst als ze veel wordt gekriebeld en als ze op een dekentje op de bank mag liggen. Lekker warm, dicht tegen vrouwtje aan.
Dat is niet altijd mogelijk omdat Bravo vindt dat hij recht heeft op dat plekje. Bravo is een jonge labrador. Toen hij bij Saartje kwam wonen was hij een vervelende puppy, maar Saartje heeft hem veel geleerd.

Op een dag gaat Saartje met het vrouwtje een wandeling maken. Dat doen ze natuurlijk vaker, maar dit keer gaat het anders. Ze lopen meestal naar het bos. Dat is vlakbij. Een boswandeling is goed voor je want je krijgt er honger van.

Maar ditmaal loopt het vrouwtje de andere kant op. Daar is een winkelcentrum. Saartje komt er niet zo vaak, omdat hondjes nergens naar binnen mogen.
Vrouwtje moet een brief posten. De brievenbus is één straat verder dan het winkelcentrum en het is een leuke wandeling daar naartoe.

Als ze bij de brievenbus zijn, gaan de oortjes van Saartje naar achteren. Dat betekent altijd dat ze ergens op loert. Saartje trekt bijna nooit aan de riem, maar dit keer moet vrouwtje zeggen dat ze zachtjes moet doen.
Saartje wil beslist niet luisteren.
“Wat is er toch,” zegt het vrouwtje. “Je kunt toch lief meelopen?”
Nu gaat de staart van Saartje recht omhoog. Er is duidelijk iets aan de hand…

Ze doet opeens haar reusachtige neus omhoog en als Saartje iets ruikt dan gooit ze haar kop in de nek en wil ze ook weten wat ze ruikt.
“Nee, nee,” zegt het vrouwtje, “wij gaan door het park weer terug naar huis. Netjes meelopen hoor.”
Maar Saartje blijft trekken en het vrouwtje wordt nieuwsgierig. Wat zou ze op het spoor zijn? En dan mag Saartje toch haar neus achterna. Ze weet precies waar ze naar toe moet rennen. Ze snuift en snuift en gaat op een draf met het vrouwtje achter haar aan naar het winkelcentrum.

Het vrouwtje is buiten adem. Mensen kijken naar Saartje en het vrouwtje omdat ze aan het rennen zijn. Het is vast een heel grappig gezicht. Een vrouwtje buiten adem en een lange hond met grote oren die het vrouwtje mee trekt. Saartje geeft niet op.

Och, wat ziet ze daar? Ze ziet een prachtige bruine labrador. Je weet wel, die grote honden die altijd zo slim zijn. Ze gaat overdreven kwispelend naar hem toe.
“Wel wel,” zegt het vrouwtje, “dus daarom ging jij je neus achterna. Je laat mij hard rennen omdat jij een leuke hond ziet.”

Saartje heeft alleen maar oog voor hem… Ze snuffelt eens aan hem en ze voelt iets in haar buik wat ze nog nooit heeft gevoeld. Hele vreemde kriebeltjes.

De labrador geeft haar een likje over haar neus. Vrouwtje schudt haar hoofd. “Wel, dit heb ik nog nooit meegemaakt,” zegt ze. “Jij bent een rare!”
“Kom,” zegt vrouwtje, “we gaan nu écht richting het park.”
Saartje wil niet weg want ze vindt de labrador zo leuk. Ze wil nog veel langer snuffelen en kopjes geven. Ze is blij dat ze haar neus is achterna gegaan. Soms moet je gewoon je eigen zin doen, dat weet ze zeker. De labrador knipoogt naar haar.

Saartje begrijpt wel dat ze niet de hele dag in het winkelcentrum kan blijven en gaat met veel tegenzin mee met het vrouwtje naar het park. Wel kijkt ze nog tienmaal achterom en haar buik die eerst zo gek voelde, voelt nu aan als een zware steen.
Als ze thuis zijn geeft vrouwtje haar een extra koekje en kijkt haar aan. Baasje heeft alles gezien en zegt: “Weet je wat ik denk? Saartje is verliefd.”

 

Reageer!