De tovenaar had heerlijk geslapen. Hij wreef zijn ogen uit en stapte toen uit zijn bed. Zo, nu eerst een lekker maaltje, dan werd het vast weer een fijne dag!
Toen hij zich had gewassen en aangekleed ging hij naar beneden. Daar stond op de tafel zijn bord al klaar. Waar zou hij vandaag nu eens van gaan smullen?
Ah, hij wist het al: heerlijke muesli met yoghurt en natuurlijk wat suiker. Hij hield zijn beide handen boven zijn bord en hij sprak een geheimzinnige toverspreuk uit. En wat er toen gebeurde? Helemaal niets! Dat was een tegenvaller! Elke morgen had hij voor zichzelf een heerlijk ontbijt getoverd, elke middag een verrukkelijke lunch en ’s avonds nog eens een fantastisch lekker diner! Wat was er aan de hand? Kon hij niet meer toveren?
Hij probeerde het nog een keer, maar weer bleef zijn bord leeg. Iets anders proberen dan maar. Hij had zijn haar nog niet gekamd. Toch nog maar eens de haarkamspreuk proberen. Maar na zijn toverwoorden zat zijn haar nog net zo slordig als daarÂvoor. De arme tovenaar snapte er niets meer van.
Hij besloot maar eens een bezoekje te gaan brengen aan de man die hem de toverkunst had geleerd: Matak, de grote tovenaar.
Hij stapte in zijn autootje en reed naar het huis van zijn grote voorbeeld. Gelukkig was de beroemde Matak thuis. “Wat kan ik voor je doen?� vroeg hij.
“Ach, grote tovenaar,� zei de tovenaar, “ik kan het niet meer. Geen één toverkunst lukt me meer!�
“Wat heb jij de laatste tijd getoverd?� vroeg Matak.
“Nou, lekkere ontbijtjes, heerlijke lunches en fantastische diners! En ik kam elke morgen mijn haar met een toverspreuk.�
“Ik snap het al,� zei Matak toen. “Je hebt je toverkunst alleen maar voor jezelf gebruikt en elke keer dat je voor je eigen plezier tovert, verlies je er iets van. Ga naar huis en doe eens iets voor anderen! Dan zal je vast wel weer kunnen toveren.�
Onze tovenaar wist niet hoe hij het had. Iets voor anderen doen! Daar had hij nog nooit aan gedacht! Maar hij wilde toch proberen zijn toververmogen terug te krijgen. Met zijn hoofd vol vragen reed hij naar huis terug. Hij zette zijn auto in de garage en ging lopend de stad in. Nu moesten er goede daden gedaan worden, en vlug ook!
Plotseling zag hij iets. Aan de kant van de weg stond een oud vrouwtje, dat kennelijk niet durfde oversteken. Hij pakte het oudje bij haar arm en toen er even geen auto’s aankwamen, nam hij haar mee naar de overkant.
Het vrouwtje stribbelde wel tegen, maar daar trok hij zich niets van aan! Aan de overkant begon ze tegen hem te schreeuwen: “Stoute meneer, ik wil heleÂmaal niet naar de overkant!â€� En voor hij iets terug kon zeggen, rende ze alweer terug naar de plaats waar ze eerder had gestaan.
De tovenaar wandelde verder. Daar zag hij een koopman, die een handkar tegen de helling van een brug op probeerde te duwen. Onze tovenaar kreeg medelijden met de man en hielp hem de kar te duwen. Bovenaan de brug bedankte de man hem heel hartelijk. Als dank kreeg hij een paar wortels.
“Voor uw avondmaal!� zei de koopman.
Even later zag de tovenaar hoe twee grote jongens een veel kleinere jongen aan het pesten waren. Hij sprong ertussen en de kleine jongen kon ontkomen aan zijn belagers. “Dank u wel!� riep hij.
Zozo, alweer een goede daad, dacht onze vriend en hij wandelde weer verder.
Langs de kant van de weg was een meisje de ramen aan het wassen. Ze stond bovenaan de ladder toen er een hond kwam aanrennen. Die botste tegen de ladder aan en het meisje viel naar beneden. De tovenaar rende erop af en kon het meisje nog net op tijd opvangen. Ze vloog hem om zijn hals, zo blij was ze! De tovenaar begon er nog plezier in te krijgen om anderen te helÂpen!
Aan de overkant van de straat stond een klein jongetje. Naast hem stond een driewielerÂtje. Het kind huilde tranen met tuiten. De tovenaar ging erop af.
“Waarom huil je zo?� vroeg hij.
Het jongetje antwoordde: �Mijn fietsje is kapot. Ik kan er zo niet meer mee thuiskomen!�
Uit gewoonte sprak onze tovenaar een toverspreuk. En waarachtig, het fietsje was weer heel! Hij kon weer toveren! En één ding wist hij zeker. Hij zou voortaan zoveel mogelijk zijn toverÂkunst gebruiken om anderen te helpen!