Valérie was een prinses in een koninkrijk hier héél ver vandaan. Haar ouders waren koning Leon en koningin Mathilde. Ze had geen broertjes of zusjes, dus zij zou later het koninkrijk moeten leiden. Valérie keek er wel naar uit om dat te doen, ze wou het beste voor haar volk. Alleen, omdat enkel zij er was om de troon over te nemen, waren haar mama en papa altijd héél beschermend over haar. Tot vorig jaar moest ze daarom altijd en overal een lijfwacht bij zich hebben! Nu mocht ze wel alleen rondlopen in de tuin, maar ze mocht niet het bos ingaan.
Haar ouders hadden ook niet graag dat ze veel risico’s nam. Bijvoorbeeld: als prinses moest ze leren paardrijden, maar ze mocht alleen maar op oude pony’s rijden die niet snel gingen. Dat vond ze echt niet leuk, want haar neef Constantijn had een groot eigen paard. Ze was echt jaloers op zijn paard, Valérie wou ook zo’n groot paard om mee te rijden!
~~~
Valérie was alleen in de tuin aan het wandelen. Ze genoot er altijd van als ze eens alleen in de tuin was en ze de vogeltjes kon horen fluiten en het spetteren van de eendjes in de vijver. Als prinses leefde ze natuurlijk in een groot kasteel met een héél grote tuin.
Ondertussen was Valérie, zonder dat ze het had gemerkt, al ver de tuin ingewandeld. Ze was zelfs tot de rand van het bos gegaan en daar mocht ze niet alleen in. Valérie was ook niet graag in het bos, het zat er vol met insecten en er waren altijd zoveel vreemde geluiden. Ze was nog even naar het bos aan het kijken toen ze opeens iets zag bewegen tussen de bomen.
“Vreemd”, dacht Valérie, “de hertjes komen meestal niet zo dicht bij de tuin.”
Ze ging iets dichter bij de bosrand om te kijken wat dat nu eigenlijk was tussen de bomen. Maar nog vóór ze bij de eerste boom kwam, zag ze iets dichter komen. Ze kon de vorm niet zo goed zien tussen al de blaadjes… Pas toen het bijna vlak voor haar neus stond, realiseerde ze zich wat het was. Een supermooi en groot zwart paard! Zelfs nog groter dan die van haar neef Constantijn.
Het paard steigerde heel hoog de lucht in. Het was net alsof het grote paard zijn kracht wou tonen aan de prinses. Toen hij terug met zijn vier poten op de grond stond, ging hij nog iets dichter bij haar staan. Hij stak zijn hoofd zo ver mogelijk naar beneden, zodat Valérie hem makkelijk kon aaien.
Ze wist dat dit niet helemaal veilig was, een vreemd paard strelen, maar het paard wou haar geen pijn doen. Dat had hij al héél duidelijk gemaakt aan haar. Hij leek het echt geweldig te vinden, wanneer ze hem streelde.
“Nu moet ik wel terugkeren hoor,” zei ze tegen het paard, “straks komt het middageten en ik wil niet te laat zijn!”
Maar toen ze naar het kasteel terug wandelde, merkte ze iets achter zich… Het paard volgde haar! Eerst probeerde ze hem te negeren. Maar het grote paard bleef met haar meewandelen… Wat ze ook probeerde, hij wou niet stoppen. Valérie gaf het dan maar op en liep samen met hem naar het kasteel.
“Kom maar,” zei ze tegen het paard. “Ik neem je mee naar de oude stallen. Straks laat ik je aan mijn ouders zien, maar je moet eerst gekuist worden, want je bent nogal vies met al die modder op je.”
Toen ze aan de stallen kwamen, schrok Valérie: “Het is hoog tijd om te gaan eten! Ik zal je snel ook iets geven, wacht je dan braaf tot ik terug ben? Dan maak ik je helemaal proper!”
Ze gaf het grote paard hooi om te eten.
“Wat spannend,” dacht ze, toen ze snel het kasteel binnenstapte. “Een groot zwart paard… Dat mijn vriend wil zijn! Wat een verrassing zal dat zijn voor mama en papa!”
Is het paard er straks nog? En hoe reageren de koning en koningin op deze nieuwe vriend? Lees het vervolg hier!