Dit is deel 2 – opa Jef begint al eerder te vertellen.
Mama had het heel lekker gemaakt voor het bezoek van opa: er waren kroketjes en peertjes en biefstuk! Jan en opa Jef hadden elk wel 3 borden gegeten, zo lekker was het.
“Ik dacht dat je een normale hap leuk zou vinden na het exotische eten in Bali,” had mama gelachen als ze opa’s glunderende gezicht zag toen ze de kroketjes bracht.
Terwijl mama koffie zette en een schaal koekjes klaarmaakte als dessert, hadden Jan en opa Jef de tafel afgeruimd en alles netjes in de vaatwas gestoken. Ze waren flinke jongens!
Toen alles klaar was, gingen ze weer in de zetel zitten. De schaal koekjes stond al klaar.
“Waar was ik? O ja! Ik heb veel culturele uitstapjes gedaan,” vertelde opa Jef, “ik zal kort vertellen wat ik allemaal heb gezien. Eerst heb ik het waterpaleis van Tirta Gangga bezocht.”
Opa toonde een foto in zijn fotoboek.
“Waaw… Kon je daar zwemmen?” vroeg Jan nieuwsgierig.
“Ja, dat is heel tof,” lachte opa Jef. “Vroeger was dat het paleis van de koning. In het water staan allemaal steentjes waarop je kan lopen. Een hele weg. Heel mooi om te zien. Voor de mensen daar is het water heilig. Ik zal je een foto tonen.”
Opa draaide het blad om en toonde een foto van de steentjes in het water.
“Wow, zo mooi!” zuchtte Jan.
“Het grappige was,” vertelde opa Jef verder, “dat ik iemand in het water heb zien vallen!”
Jan lachte. Hij zag het al helemaal voor zich.
“Daarna heb ik de koning van Bali bezocht,” verkondigde opa Jef trots. “Ik werd daar verwelkomd met koffie en typisch Balinese lekkernijen. Al zou ik het wel geen lekkernijen noemen.”
Opa Jef giechelde.
“Wat was er dan? Wat was er mis met de lekkernijen?” vroeg Jan benieuwd.
“Ik heb veel servetjes genomen om het in te doen, want het was helemaal niet lekker!”
“Opa Jef toch, wat onbeleefd!”
Jan lachte. Zijn opa had toch wel rare momentjes.
“Maar goed, de koning had het helemaal niet door,” zei Opa Jef met een knipoog.
“Daarna heb ik een fietstocht gedaan door de rijstvelden, zeer mooi! Kijk maar…”
“En het fietsen op zich was niet zo lastig, het was alleen bergaf.”
“Oh mama hoor je dat, jij zou dat ook hebben gekund!” riep Jan naar de keuken, waar mama de koffie gaan halen was. Zijn mama hield niet van fietsen als het bergop was.
“Shhhjt,” fluisterde opa Jef. “Hopelijk heeft ze dat niet gehoord hoor!”
Maar het was te laat. Een hoofd verscheen uit de keuken.
“Wat zeg je daar Jan?”
“Het is al goed hoor,” zei opa Jef, “hij bedoelde het niet zo.”
“Hmm,” verdween mama terug in de keuken.
“Dankje opa Jef!”
“Luister nu maar verder,” knipoogde opa.
“Ik heb een vissersdorpje bezocht en naar de surfers gekeken. Ik bezocht ook veel tempels. Hier is een foto van de grootste tempel van Bali, Pura Agung.”
Opa toonde de foto. Jan keek zijn ogen uit. Wat speciaal!
“In het oudste dorpje van Bali, Tenganan, heb ik thee gedronken. Dat was echt iets typisch Indonesisch, die thee! Op het eiland Java, juist naast Bali, zijn er veel grote theeplantages.”
Opa bladerde even verder in het album.
“Oh dat wou ik je nog vertellen Jan, het apenbos! In het apenbos waren er aapjes en die konden dan op je schouder zitten, super tof! Dat zou jij ook graag gedaan hebben.”
“Jaaaa!” riep Jan enthousiast.
“Maar pas op,” waarschuwde opa Jef, “de aapjes zijn ondeugend en helemaal niet zo lief als ze er uit zien! Er was een Chinese mevrouw en ze stond naast een aapje voor een foto en ineens uit het niets stal hij haar zonnebril! Ze probeerde hem nog terug te krijgen, maar helaas, dat lukte niet.”
“En een andere keer,” ging opa Jef verder, “waren er mensen op hun gemakje frietjes aan het eten, toen er plots een aap de frietjes begon te stelen. Dus onthoud goed: vertrouw de aapjes nooit!”
“Woow,” Jan was er stil van geworden.
“Laten we het hierbij laten,” glimlachte opa Jef.
Jan bloosde van geluk. Hij lachte en gaf opa Jef een kus.
“Dat was een mooi verhaal, opa Jef!”
Opa bleef nog de hele namiddag. Hij speelde mee met de blokken en verzon hele avonturen bij het kasteel van Jan. Spelen met opa was altijd leuk!
‘s Avonds ging hij mee naar boven en stopte Jan in.
“Beloof je me dat we op een dag samen naar Bali gaan?” vroeg Jan.
“Ja natuurlijk! We gaan de hele wereld rondreizen! Jan en opa Jef, beter kan het toch niet!”
Jan lachte. Natuurlijk gingen ze dat doen.
“Maar ga nu maar slapen en droom maar goed.”
“Dat zal niet moeilijk zijn,” dacht Jan.
Die nacht droomde hij van de aapjes, de surfers, de tempels en de koning. En dat hij op een dag samen met opa Jef de wereld zou rondreizen.