Vandaag besloten Giraf en Pandabeer écht te genieten van het strand. Ze hadden al vaak gehoord ‘zon, zee en strand, meer heb je niet nodig om te genieten’. En waar zij zaten op het eiland, hier ver vandaan, hadden ze zon, zee en strand. Dus vandaag gingen ze er van genieten.
Pandabeer had besloten dat ze ‘s avond gingen barbecueën. Overdag moesten ze hout zoeken zodat ze dan een groot vuurtje konden maken voor het vlees.
“En dan kunnen we naar de sterren kijken!” had Giraf enthousiast geroepen.
“Ja, ik heb eens gehoord dat er op een eiland veel meer sterren zijn, dus vanavond zullen we dat zien,” zei ook Pandabeer enthousiast.
“Maar eerst moeten we aan het werk hoor,” zei Giraf ongeduldig, “anders kunnen we niet barbecueën.”
“En dat zou zeer spijtig zijn,” bromde Pandabeer.
Dus gingen ze op zoek naar hout.
“Nemen we elk een kant?” stelde Pandabeer voor.
“Dat is goed. Neem jij rechts, dan neem ik links.”
Ze namen allebei een zak en vertrokken.
“Maar Pandabeer toch, andere rechts!”
“Wat bedoel je andere rechts? Dit is toch rechts?” vroeg Pandabeer verward.
“Maar neen,” zei Giraf, “dat is links, dat is mijn kant. Kijk.”
Ze toonde Pandabeer haar linkerhand en maakte met haar wijsvinger en duim een L.
“Zie je, met je linkerhand, kan je een L maken, de L van links. Met je rechterhand is het een omgekeerde L.”
Pandabeer stond rechtover Giraf en probeerde wat Giraf hem net had geleerd.
“Maar dan is die kant toch links!” Hij wees naar de kant waar ze naartoe gingen.
“Draai je eens om,” zei Giraf.
Pandabeer draaide zich om en keek terug naar zijn hand.
“Maar nu is de andere kant links?” zei Pandabeer. Hij begreep er niets meer van.
“Mijn links is jouw rechts, mijn rechts is jouw links,” legde Giraf uit. “Als je je omdraait is mijn links jouw links en mijn rechts jouw rechts,” legde Giraf uit.
“Nu snap ik er nog minder van!” riep Pandabeer uit. Hij begon bijna te wenen.
“Weet je wat,” probeerde Giraf, “we zullen samen stappen, zodat we zeker niet verdwalen door links of rechts.”
“Oh dat is lief,” snikte Pandabeer, “Je bent een echte vriend!”
En samen gingen ze op zoek naar hout.
Een tijdje later hadden ze genoeg hout verzameld. Het was ondertussen al avond geworden. Zo konden ze genieten van hun uitgebreide barbecue met zicht op de mooie sterrenhemel!
“Zie je die daar?” vroeg Pandabeer, “dat groepje sterren dat lijkt op een steelpan met een kromme steel?”
Giraf keek waar Pandabeer wees. Er was daar inderdaad een groepje sterren, helderder dan de andere. Vier er van maakten een kommetje, en drie andere leken op een kromme steel.
“Ja, wat is dat?”
“Dat is de steelpan. Het is een deel van de Grote Beer,” wist Pandabeer.
“Wat is de Grote Beer? Ben je mij verzinsels aan het vertellen?” vroeg Giraf wantrouwig.
“De Grote Beer bestaat echt! Het is een groep sterren in de vorm van een grote beer. Die steelpan is daar een deel van,” zei Pandabeer.
“En waarom noemt dat de Grote Beer? Was gewoon Beer niet genoeg?” vroeg ze.
“Omdat er ook een Kleine Beer is…” antwoordde Pandabeer.
Giraf keek hem aan. “Nu ben je mij aan het foppen, toch?” vroeg ze.
“Nee hoor Giraf, kijk maar daar, zie je? Die vier sterretjes en daar die drie? Precies dezelfde steelpan, maar dan kleiner!” vertelde Pandabeer.
“Wel verdorie!” riep Giraf, kijkend naar de sterren die Pandabeer nu aanwees, “je hebt gelijk! Een klein steelpannetje!”
Terwijl ze aten, keken ze nog een tijdje verwonderd naar de prachtige sterrenhemel. En weet je wat? Pandabeer had gelijk! Er waren hier inderdaad veel meer sterren dan thuis.