Op een dag besloten Pandabeer en Giraf naar het zonnetje te trekken. Ze waren de winter namelijk grondig beu. Altijd die koude en altijd zoveel kleren aandoen. Daar hadden ze genoeg van gekregen.
Olifant had hen een kaart gegeven. Op die kaart stond een kruisje, zodat ze wisten waar ze naartoe moesten gaan. Die dag maakten Pandabeer en Giraf hun valiezen en zeiden al hun vriendjes gedag.

Pandabeer keek op de kaart. Op de kaart stond een ei getekend. Vanonder in het ei stond het kruis: daar moesten ze dus naar toe!
De tocht begon. Het was een lange tocht vol met obstakels. Ze moesten over bergen trekken, door uitgestrekte bossen, en daarna moesten ze zelfs het water oversteken!
Af en toe rustten Panda en Giraf uit. Daarna trokken ze weer verder. Na een lange, moeizame tocht, hadden ze uiteindelijk het kruis bereikt. Of toch de plaats waar het kruis zou moeten zijn.

“Maar er is hier helemaal geen kruis!” jammerde Giraf.
“Toch zijn we op de juiste plaats hoor,” zei Pandabeer om haar gerust te stellen. “Er is zon, zee, strand, alles waar we ooit van gedroomd hebben!”
Pandabeer was dan ook zeer gelukkig.

“En toch is hier geen kruis!” riep Giraf. Ze ging liggen in het warme zand en begon te wenen.
“Weet je wat?” bedacht Pandabeer plots. Hij pakte een tak en tekende een kruis in het zand.
“Kijk, hier is het kruis,” riep Pandabeer.
“Oh, dan zijn we toch op de juiste plaats!” zei Giraf gerustgesteld. Ze veegde haar tranen weg en glimlachte naar Pandabeer.
“Laten we eens wandelen langs het strand!” stelde Pandabeer voor. Hij hield wel van ontdekking. Giraf volgde hem.

In het zand waren duidelijk hun voetstappen te zien. Van Pandabeer grote afdrukken, van Giraf kleine.
“We mogen niet te ver gaan, anders gaan we verdwalen hoor,” zei Giraf bezorgd.
“Maar we kunnen helemaal niet verdwalen, we lopen alleen rechtdoor langs de zee,” stelde Pandabeer Giraf gerust. Ze bleven verder wandelen.

Tot Giraf plots riep: “AAAAAA er zijn hier nog andere dieren! Misschien willen ze ons hier weg! Of erger, misschien eten ze ons wel op!”
Giraf rende in paniek rond.
“Maar Giraf toch, zie je dan niet dat het onze sporen zijn? We zitten op een eiland. Een eivormig eiland, zoals op onze kaart, zie je wel?” legde Pandabeer uit, terwijl hij de kaart toonde. “En nu zijn we terug bij het kruis.”
“Pfioew! Ik was al bang geworden,” zei Giraf.

“Het was een lange dag. Zullen we even gaan liggen om uit te rusten?” stelde Pandabeer voor.
Zo gezegd, zo gedaan. Giraf en Pandabeer gingen in het warme zand liggen, in de schaduw van een palmboom. En daar vielen ze heerlijk in slaap.

Reageer!