Kabouter-opa

0
CC0 Creative Commons - bron: pixabay.com

Dagmar is vijf.

Als haar opa op visite komt, is het altijd heel gezellig. Soms zit hij een krantje te lezen. Dan trekt Dagmar aan zijn mouw.
“Opa wil je met me zwieren? Weet je wel, van ene, tweeje…”
Dat vindt ze heel leuk en opa ook. Hij houdt haar stevig vast en dan draaien ze in de rondte. Eerst langzaam en dan heel vlug. “Eéééne, twééééje, driiiiiiiiiié!”
En dan zijn ze allebei duizelig en ploffen op de bank.

Op een dag zitten opa, Dagmar en mama een beetje te kletsen. Mama zegt: “Dagmar is weer gegroeid, opa. Ze is een centimeter langer geworden, in één maand.”
Opa vindt dat wel veel. Hij zegt: “Straks ben je groter dan opa en ik word alleen maar korter! Ik krimp.”
Daar moet Dagmar om lachen. “Dan wordt je steeds maar kleiner,” zegt ze.

Kabouter Pim en de Boze Tovenaar

0
CC0 Creative Commons - bron: pixabay.com

Is Kabouter Pim nieuw voor je? Lees dan eerst zijn andere verhalen in de serie.

Het kasteeldomein binnendringen ging vlot. De zon was volledig onder en met de kunsten van Julius waren ze gemakkelijk de stallen van het kasteel in geraakt.

“Wat doen we nu, Pim? Heb je een plan?” vroeg Margriet.
“We moeten het hoofdgebouw zien binnen te raken. Maar de gangen zien er goed verlicht uit, daar kan Julius zich niet in verstoppen. We zullen het dus alleen moeten doen…”
Pim dacht diep na.
“Hoe kunnen we in het kasteel rondlopen zonder dat we worden gezien?” vroeg hij zich af.
Margriet keek gespannen toe hoe Pim op een plan broedde. Na een tijdje klaarde zijn gezicht op.
“Eigenlijk… Ze mogen ons zien, er mag alleen geen alarm worden geslagen. We mogen niet opvallen! Ik heb een idee…”

Pim, met Margriet op zijn rug, sloop naar de wasserij. Er was niemand te zien. Snel nam Pim een stapel kleren die klaar lag en trok ze aan… En even later stond er niet meer Pim de kabouterjongen, maar Pim de kasteelwacht.

Kabouter Pim en de stadswacht

0
CC0 Creative Commons - bron: pixabay.com

Is Kabouter Pim nieuw voor je? Lees dan eerst zijn andere verhalen in de serie.

De avond viel. Julius de zwarte eenhoorn stapte door het woud. Op zijn rug zat Pim, die in een boek aan het lezen was. En op Pim zijn rug zat Margriet, de sprekende bloem. Ze was druk om zich heen aan het kijken.

“Pim?” vroeg Margriet, “zie je dat uitsteeksel ginder heel ver?”
Pim keek op uit zijn boek en tuurde in de richting waarin Margriet wees.
“Dat is denk ik een wachterstoren van Plimurr, onze hoofdstad.”
“Ben je hier al eerder geweest Pim?”
“Nee Margriet,” lachte Pim, “Ik wist niet veel over ons land of onze hoofdstad, dus ik heb er dit boek over gelezen.”
Pim hield het boek omhoog.
“Volgens het boek staan er zeven zo’n torens verspreid rond de stad, om al van ver vijanden te kunnen zien komen.”

Wees maar niet bang

0

Diep in een holletje,
was een klein bang molletje.
Het molletje was zo bang,
Voor de uil en de slang.

Kabouter Pim en Julius

0
CC0 Creative Commons - bron: pixabay.com

Is Kabouter Pim nieuw voor je? Lees dan eerst zijn eerste verhaal: Kabouter Pim en de magische bloem.

Het was een mooie herfstdag. Kabouter Pim was in zijn tuintje aan het werk. Margriet, de magische bloem, stond in een grote bloempot naast hem. Pim had voor haar die grote bloempot gemaakt. Er hingen twee riemen aan zodat hij die als een rugzak kon dragen. Zo kon hij Margriet gemakkelijk verplaatsen en meenemen. Ze waren beste vrienden geworden.

“Pim, ik… Ik weet weer iets!” riep Margriet opeens.
Pim legde zijn schopje neer en draaide zich naar haar. Dit waren belangrijke momenten. Pim en Margriet hadden al veel gebabbeld en het was gebleken dat Margriet niet veel meer over haar verleden wist. Ze wist niks meer over haar mama of papa, ze wist niet of ze ooit andere vriendjes had gehad, ze wist zelfs niet hoe ze tussen de doornstruiken terecht was gekomen!
Nu ze bij Pim was en weg van tussen die struiken, begon ze zich echter beetje bij beetje dingen te herinneren. Zo had ze zich iets herinnerd over haar mama: ze wist niet hoe ze heette of hoe ze er uit zag, maar het was plots bij haar opgekomen dat haar mama heerlijk naar bloemen rook. Dat was totnogtoe de enige herinnering die ze over haar moeder had…

Rex en de vallende sterren

0

Rex en Marcus kwamen terug van een vermoeiend dagje pootballen. Ze hadden de jonge dino’s geleerd hoe ze pootbal moesten spelen. Dat was heel moeilijk, want jonge dino’s hebben nog niet zo veel geduld, ze raakten héél snel afgeleid. Daarom speelden ze eigenlijk vooral spelletjes met de bal en lieten ze de meeste regels van officieel pootbal vallen.

Rex vond het leuk om ze pootbal te leren spelen. Na een hele dag veel oefenen was het geweldig om de kleintjes dan allemaal samen te zien spelen. Hij had vandaag ook een paar talentjes in de groep gezien, zoals de kleine zus van Marcus, Manou. Ze speelde al heel goed en met nog wat training kon ze binnenkort misschien zelfs al meespelen met de grote dino’s.

Nadat ze alle kleintjes thuis hadden afgezet, gingen Rex en Marcus nog even terug naar de opening in het woud. Het was nog te vroeg om te gaan eten dus ze dachten dat ze evengoed nog eventjes pootbal konden spelen. Rex moest nog oefenen op het koppen van de pootbal en Marcus wou preciezer kunnen schieten.

Kabouter Pim en de magische bloem

0
CC0 Creative Commons - bron: pixabay.com

Op een dag was kabouter Pim door het kabouterbos aan het wandelen. Hij had een rugzak mee met eten en drinken zodat hij ‘s middags niet naar huis moest. Zo kon hij een hele grote wandeling maken. Hij kwam op plekken waar hij nooit eerder was geweest en vond veel mooie bloemen en planten onderweg. Telkens hield hij even halt om goed te kijken. Kabouter Pim hield veel van bloemen en planten.

‘s Middags had hij een mooi plekje gevonden om zijn boterhammetjes te eten: zacht gras aan de rand van een vrolijk kabbelend beekje. Hij vulde zijn drinkfles bij met fris en helder water en zocht dan een plaatsje in de schaduw. Pim ging zitten en deed zijn rugzakje open. Er waren boterhammetjes met kaas en andere met vlees. Hij had die zelf gemaakt, ‘s ochtends vroeg. Nu, na de flinke wandeling die hij al had gedaan, smaakten ze heerlijk!
Toen zijn buikje lekker vol was, legde hij zich even achterover in het zachte gras. Hij wou een klein beetje rusten voor hij verder ging. Het duurde echter niet lang tot hij in slaap viel…

Appeltje en eitje

0
CC0 Creative Commons - bron: pixabay.com

Er wordt geklopt op de deur. Appeltje doet open. En wie staat daar? Het is zijn allerbeste vriend, Eitje. “Hoi, wat fijn dat ik je zie”, zegt Appeltje.
“Hoi”, zegt Eitje, “heb je zin om mee te gaan naar het speelpark?”
“Naar het speelpark?” Appeltje springt op en neer van blijdschap. “Joepie! naar het speelpark!”
“Ja”, zegt Eitje. “We gaan met de auto en ik heb alles al ingepakt. De bal, knikkers, limonade, de boterhammen met pindakaas en een kleed om op te zitten.”

Appeltje stapt in en gaat op de achterbank zitten. Eitje zit achter het stuur. Toet! Toet! Daar gaan ze.

Vanessa in de herfst

0
CC0 Creative Commons - bron: pixabay.com

Vanessa Vos woonde samen met haar familie in het bos. Ze had één zus, die heette Veronique, en twee broers: Valentijn en Victor. Vanessa had een rosse vacht en scherpe oren.
Haar familie woonde in tunnels onder de grond. Die groeven ze helemaal zelf. Vanessa hield er van om samen met haar broers en zus te spelen, maar ze vond jagen ook heel leuk. Vossen eten bijna alles: noten, bessen, eieren, maar ook vissen en zelfs insecten! 

Het was herfst in het bos. De blaadjes werden bruin en alle diertjes aten zoveel als ze konden om zich voor te bereiden op de winter. Dat deden ook Vanessa en haar familie. Broer Victor was mee met mama en papa om extra veel eten te halen. In deze tijd van het jaar aten ze vooral insecten en nootjes. Vanessa at het liefste hazelnoten. 

In het donker zie je niets

0
CC0 Creative Commons - bron: pixabay.com

Luc en zijn broer Max zitten achter de computer. Ze hebben de hele dag samen gespeeld, zonder ruzie. Ze bouwden een grote spoorbaan door de hele woonkamer. Alle treinen stalden ze netjes uit. Luc bouwde een werkplaats en een station. Max reed de treinen en de wagons rond. Luc heeft vaak gemopperd over zijn broer, maar eigenlijk vindt hij het heel gezellig om een broer te hebben. Samen spelen is leuker dan alleen. En nu kijken ze samen een filmpje. Het gaat over dino’s. Dat vinden ze allebei fijn, dino’s. Hoe groter de dino’s zijn, hoe liever ze het zien.

Plots gaat de computer uit. En de lampen ook. Vanuit de keuken roept papa dat de oven is uitgegaan, terwijl het eten nog niet klaar is. En mama komt naar beneden met nat haar: ook de haardroger werkt niet meer.
Het is ineens best donker in huis. Buiten schemert het. Binnen zie je weinig zonder lamp.